Smet




De bevindingen rond Savile in Groot Brittanië doen me denken aan onze eigen Roberts M.. De advocaat van de slachtoffers van deze gestoorde zei naar aanleiding van de publicatie van zijn boek “Recht van Spreken” dat de levens van zowel kinderen als ouders verwoest waren.

Hij is niet de enige. Zodra het onderwerp verkrachting en in het bijzonder kindermisbruik aangesneden wordt is dat meestal de teneur van de reacties. Ik vind dat je dat niet moet doen. Advocaat Korver moet het wel zeggen, anders peutert hij geen cent smartengeld los van de rechtbank, maar het publiek zou verstandiger moeten zijn. Na alle verschrikkingen die het slachtoffer van een zedendelict heeft ondergaan krijgt het door zulke kreten een vies etiket door de maatschappij opgeplakt. Dat verwoest pas levens.

We doen hysterisch over verkrachting. Ja, verkrachting is afgrijselijk, zeker als het kleine kinderen betreft, maar als het leven van het slachtoffer meer verknald wordt door het oog van de maatschappij dan door het gebeuren zelf, dan is het misschien niet zo gek om daar wat aan te doen. We gaan immers veel minder spastisch om met ander groot leed. Als een kind geschept wordt door een auto en dat overleeft, is dat in de kern van de zaak minder traumatisch? De dood van een naaste, kanker ondergaan, we moeten daar maar tegen kunnen. Liefdesverdriet, daar maalt al helemaal niemand om. 'Tijd heelt alle wonden' wordt er vrolijk van alle kanten geroepen, al crepeert een boomsterke kerel een halfjaar van de pijn.

Als de verkrachting is begaan door een bekende, een familielid zelfs, dan heeft dat verregaande consequenties voor het gevoel van vertrouwen van dat kind. Maar van een auto-ongeluk krijgt je vertrouwen ook een knauw: je moet immers al een grenzeloos vertrouwen hebben in het verkeer (een bewezen moordenaar) om je erin te durven storten. We gaan er van uit dat dát vertrouwen terug komt. Geldt voor alle gevallen van verlies van vertrouwen. Sterker nog: we werken er naar toe. Het slachtoffer krijgt hulp, er wordt verwacht dat het geneest. Het slachtoffer móet genezen, in het belang van de economie. Geen sprake van dat verkeersslachtoffers uit angst voor auto's voor de rest van hun levens weg in een hoekje zouden gaan zitten kniezen. Na een tijd behoort het trauma tot het verleden, het slachtoffer 'groeit eroverheen' zoals dat heet. En als het dat niet doet dan wordt het erop aangesproken, want we zijn geen mietjes niet waar; van ons Nederlanders wordt geëist dat we bikkels zijn. Het slachtoffer krijgt geen vies etiket opgeplakt voor de rest van zijn leven. Het krijgt de kans te genezen.

Hoe anders met slachtoffers van zedenzaken. Zij hebben inderdaad levenslang. Maar dan niet omdat ze iets traumatiserends hebben meegemaakt, maar omdat het trauma te maken heeft met seks. Hoe geëmancipeerd we ook denken te zijn, we kunnen daar nog steeds niet mee omgaan. Zodra het om die twee gaatjes gaat schieten we in de kramp. Het zou bijna beter zijn voor, bijvoorbeeld, het meisje van Dutroux als die griezel, in plaats van zijn lul in haar kutje te stoppen, haar voet had afgehakt. Dan had zij kans gemaakt op geluk. Zij zou een traumatische ervaring hebben gehad, maar ze zou niet tot in lengte van dagen achtervolgd geweest door het iiew-gevoel van de maatschappij. Ze zou bewondering hebben geoogst. Ze zou een veteraan zijn geworden, iemand die iets verschrikkelijks heeft overleefd. Punt.

Now crucify me.

[Op Sargasso  en Kutbinenlanders gepubliceerd]

Comments