Aan ons waterplein hebben wij een
notoire overlastgever. Sinds hij hier anderhalf jaar geleden is komen
wonen zijn de zomers niet meer veilig. Om het weekend is het raak:
deurramen open en schallen maar, tot de kleine uurtjes. Zijn balkon
is permanent ingericht als feestruimte, met dito verlichting: daar
bevinden zijn gasten zich dus meestal. Het water draagt geluid als
een tierelier moet u weten. Conversaties aan de overkant gevoerd
verstaan wij woordelijk, laat staan gebral of housemuziek op vol
volume diep in de nacht. Met ramen potdicht en oordopjes in tril je
nog je bed uit.
Vorig jaar heb ik dit een aantal keren
geprobeerd uit te leggen, zo naar het balkon toe (het is een grote
flat, je weet niet waar je moet aanbellen). De gasten spraken
uistluitend Engels en deden alsof ik niet bestond. Ik begon me af te
vragen of het niet een AirBnB-adres was. Ik dacht:
“Dit soort mensen hebben geen idee
wat ze aanrichten. De hele buurt doet geen oog dicht. Wat nou als een
chirurg of een piloot hier woont? Op de snijtafel hoop je toch op een
dokter die goed geslapen heeft, en idem voor de piloot als je in het
vliegtuig zit?”
De betrekkelijke rust van de winter
ging eroverheen.
U begrijpt dat met 36 graden de remmen
afgelopen nacht los gingen. Toen om middernacht vuurpijlen afgestoken
werden vond Arnoud Pik het welletjes, ging op pad en vond, de held,
uit bij welke bel hij moest zijn. Op rustige toon (hij is
Nederlander, hij wel) legde hij de waterdragende situatie uit en
knoopte een gesprek aan met de hoofdbewoner. Dat hielp geen zier
want, aangestoken door de aandacht, de gasten verviervoudigden hun
bacchanaal, maar wij kwamen iets onverwachts te weten: mijnheer is
piloot.
God speaks in mysterious ways.
Comments
Post a Comment