Er was een tijd geweest dat mevrouw
Rochebouille Moederdag vierde. Zij liet zich de kleine attenties van
haar kleuters welgevallen: een verhaaltekening van nr 2, een dans van
nr3, een monoloog van nr1 (bij wie al met 2 jaar
podiumdrang onmiskenbaar was geweest).
Tot het verschijnsel Vaderdag enorm post vatte.
Niet meer als kleine tegemoetkoming naar de vaders toe, maar als: “We hebben er ook recht op.”
Quod non, vond ze.
In ieder geval: niet zoveel als de moeders.
Sure dr waren hier en daar een paar
goeierikken te vinden die zich het schompes uitsloofden voor hun
kroost maar in haar leven had ze gezien dat het de moeders waren die
het leeuwendeel van opvoeding en verzorging voor hun rekening namen.
Want onbetaald.
Daar halen mannen hun neus
voor op.
Het waren de moeders wier lijf het
zwaar te verduren kreeg en eigenlijk nooit meer herstelde. Het waren
de moeders die huilbaby's 's nachts hoorden, ver voor de zalige slaap
van de zaaddonors gestoord begon te worden. De klos op schoolkarwei:
de moeders. Thuisblijven in geval van de vele kinderziektes, naar de
dokter etc: nog steeds: de moeders.
Carrière inleveren met alle financiële gevolgen van dien: MOEDERS! Het boodschappenmanagement, sowieso het hele gezinsmanagement (naast hun drukke banen): moeders, moeders, moeders. Moederdag voelde heerlijk als een zeldzaam moment wanneer ze eindelijk erkenning kregen voor al die scheefgegroeide zaken.
En nu wilden de vaders dat ook?
Dat vertikte ze.
Ze was dan ook subiet gestopt met iets
aan Moederdag te doen. Het had immers geen functie meer.
Comments
Post a Comment