Het Parool heeft een tijdje een serie gehad over de make-over van huizen. Mij vielen een paar terugkerende zaken op: het eindresultaat was steevast lichter, leger en hoekiger dan het startexemplaar. Maar ook onpraktisch, abstract, zielloos, ongezellig. En, daar wil ik de nadruk op leggen, gevaarlijk. Gevaarlijk? [gelach] Voor wie dan? Wel, voor de Kleine Kindertjes bij voorbeeld, of voor Onze Voetjes. Had een tafel voorheen rond getoerde pootjes, dan kun je er gif op innemen dat die vervangen was voor het rechthoekigste geval steunend op vierkante balken met scherpe randjes. Het bed lieflijke beentjes keurig onder het matras verscholen? Nu moeten ze (uiteraard ook met messcherpe randjes) diagonaal onder het bed vandaan steken, een regelrechte bedreiging voor de Kleine Teen. Een trap in het huis? Weg met alle truttige spijlen (zò 19de eeuw!) en met die krullige trapleuning. Vallen de kindjes dan twee verdiepingen regelrecht naar beneden als ze niet goed mikken met de voetjes? Dan belt u toch 112? Wij zijn toch niet van het welszijnswerk...
Alles moet zen. Leeg en sereen. Als je zo'n designfreak durft aan te spreken op zijn immorele voorkeuren, krijg je ongetwijfeld een preek over Japan. Hoe leeg en fijn het daar niet wonen is. Een kniesoor die dan opmerkt dat sommige Japanners coûte que coûte een showroom houden in hun krappe woninkjes, die verder bestaan uit optrekjes volgestouwd met alle prullaria die uit de pronkkamer zijn geweerd. Soms heel netjes achter grote schuifdeuren... Maar pas op wanneer je die opentrekt: dan valt er absoluut een of ander keramieken boeddhaatje of onuitgepakte koekjesdoos op je hoofd. Japanners kunnen namelijk geen maat houden wat betreft troepige chaos, kijk maar naar hun stedenbouw. In Japan is zenledigheid een masker van de opperste elite, voor wanneer er bezoek (vooral dat uit het onwetende en barbaarse buitenland) is.
Ondertussen wordt hier jan en alleman opgezadelt met de oogverblindende leegte die bij design hoort, met de scherpe randjes en alle praktische dingen die weg zijn gewerkt ten behoeve van glorieuze doch onwerkbare uitvoeringen. In deze zoals bij veel andere zaken mag gezond verstand niet de boventoon voeren. Je zou barbaars overkomen. Dus laten we de designgoden hun geniepige skepter over onze lieflijke leventjes zwaaien, en nemen we de dubieuze resultaten zwijgend in weldank aan.
Alles moet zen. Leeg en sereen. Als je zo'n designfreak durft aan te spreken op zijn immorele voorkeuren, krijg je ongetwijfeld een preek over Japan. Hoe leeg en fijn het daar niet wonen is. Een kniesoor die dan opmerkt dat sommige Japanners coûte que coûte een showroom houden in hun krappe woninkjes, die verder bestaan uit optrekjes volgestouwd met alle prullaria die uit de pronkkamer zijn geweerd. Soms heel netjes achter grote schuifdeuren... Maar pas op wanneer je die opentrekt: dan valt er absoluut een of ander keramieken boeddhaatje of onuitgepakte koekjesdoos op je hoofd. Japanners kunnen namelijk geen maat houden wat betreft troepige chaos, kijk maar naar hun stedenbouw. In Japan is zenledigheid een masker van de opperste elite, voor wanneer er bezoek (vooral dat uit het onwetende en barbaarse buitenland) is.
Ondertussen wordt hier jan en alleman opgezadelt met de oogverblindende leegte die bij design hoort, met de scherpe randjes en alle praktische dingen die weg zijn gewerkt ten behoeve van glorieuze doch onwerkbare uitvoeringen. In deze zoals bij veel andere zaken mag gezond verstand niet de boventoon voeren. Je zou barbaars overkomen. Dus laten we de designgoden hun geniepige skepter over onze lieflijke leventjes zwaaien, en nemen we de dubieuze resultaten zwijgend in weldank aan.