Bloot

De zogenaamde sexualisering van de maatschappij ten spijt, bloot is uit.

Je hebt bloot en bloot. Dierbloot en sexbloot. Je hebt de naturist die vindt dat je je nergens voor hoeft te schamen, net zo min als een hond of kat zich voor zijn poepgat of balletjes schaamt. Maar je hebt ook sexbloot, en met name pervers sexbloot. Je hebt ook mensen die zeggen dat je je helemaal nergens voor hoeft te schamen, ook niet voor sex, dat sex hoort bij het leven en bij het dierlijk zijn, net als bloot. Dat laatste is wellicht een brug te ver voor de gewone mens. Het lijf accepteren in al zijn blootheid, met piemels en kutjes en balletjes en noem maar op, dat lijkt mij daarentegen niet al te moeilijk. Het enige wat je hoeft te doen is opgelegde dogma's uit je hoofd zetten. Meestal zijn dat religieuze regels: degenen die in een hogere entiteit geloven hebben de neiging om zich boven de dieren verheven te voelen. Ergens staat me bij dat dat een credo van de christelijken was in de 19de eeuw: je was geen dier, je was beschaafd, je geloofde in god. Het is een Nederlands ding, dat niet moeilijk doen over bloot. Nederlanders zijn nuchter: ze bekijken de dingen op een zakelijke manier. Zakelijk is ook: geen tijd verspillen. Aan je schamen over bloot, bijvoorbeeld.

Ik hoor bij de mensen die zichzelf als dier zien. Sterker nog: ik bèn een dier. Een dier dat praat en denkt en soms de toekomst voorziet, maar een dier. Mijn lijf is dierlijk. Zoogdierlijk. Ik heb gebaard als een dier, gezoogd als een dier. Ik zou wel als een dier dood willen gaan: op de weide, en dan vergaan, half opgegeten door de aasvreters, mijn karkas wegspoelend onder de regens, mijn huid verpulverend in de droge wind. Ik heb eens een muis zien vergaan: ze werd niet opgegeten, maar verstofte als het ware, en viel uiteen in de loop der maanden. Ik ben blij met mijn dierenlijf, met mijn grote hangborsten die drie kinderen hun eerste levensjaar hebben gevoed, ik ben blij met mijn kut, dat die drieën erdoorheen heeft zien te jassen, zonder kleerscheuren. Ik ben blij met mijn kut dat mij nog steeds veel plezier geeft. Ik ben blij met het haar op mijn kut, dat bewijst dat ik nog jong ben, en dierlijk.

Er is ook hygiëne: uit mijn kut komen sappen die ik niet overal wil smeren, en uit mijn kont komt poep, daarom draag ik een (onder)broek. Daarom vind ik het ook fijn dat anderen dat ook doen: hoe dierlijk ik ook ben, ik wil liever niet zitten op een stoel waar mijn voorganger een vette scheet heeft zitten laten en waar een vrouw heeft gebloed. Maar je schàmen voor je poepgat en je kut? Never! Twee zulke goede uitvindingen. Je moest er tròts op zijn. "Trots op mijn kut" lijkt mij dan ook een hele leuke partijleus (TOK).

Ik ben een uitstervend ras. Vrouwen gaan nog wel bloot, maar dan uitsluitend omringd door andere vrouwen, dat doen ze in lessen van hippe allochtone vrouwen die de nuchtere Nederlandsen komen leren hoe vrij hun zuidelijke cultuur omgaat met bloot. Ze schamen zich maar half, maar ze schamen zich. De kut van Roos, een muurschilderij in Amsterdam-West, moest bedekt worden onder de protesten van de moslimbroeders. Een man wil naaktlopen op Ijburg en de bewoners dreigen hem in het water te duwen. Hij wilde een statement maken en zegt dat de nieuwe preutsheid komt van 'de seksualisering van de samenleving en de komst van mensen uit landen waar bloot zijn nog als iets heel vreemds wordt gezien.' Ik ga verder en stel: ook de seksualisering van de samenleving is een onnederlandse issue. Zie de toevoeging van het Amerikaanse persbureau AP "Eds note nudity" (eds=editors) op de foto van een biafrees met het piemeltje onder zijn dikke buik. Zie de clips waar het om te doen is: ooit een blanke Nederlandse puber daarin zien voorkomen? Zie de breezersletjes in de Bijlmer. Ouders van blanke Nederlandse pubers hebben in zoverre een probleem met de seksualisering van de maatschappij dat hun blanke dochters voor hoer worden uitgemaakt door.. juist.

Schaam je, jongen die een meisje uitmaakt voor hoer, schaam je, als je liegt en bedriegt, schaam je, als je bewust een ander pijn doet, schaam je, als je mensen uitbuit. Maar schaam je niet om je lijf, en schaam je vooral niet om het mijne.