Voltaire

Asis Aynan, één van de horde nieuwe aanwinsten van Het Parool, maakt zich druk in de krant van 19 april 2008 over de "witte roep" om een zwarte Voltaire.

Een witte roep. Ik zou erover moeten googlen, maar in mijn herinnering was het Ayaan die het hardst om een zwarte Voltaire riep, en in haar kielzog Afshin Elian. Als zìj wit zijn ben ik zwart als roet.

Volgens Asis Aynan hebben degenen die om een zwarte Voltaire riepen hun huiswerk niet goed gedaan. De zwarte Voltaire bestaat: hij leeft in het Rifgebergte van drugsgeld. Waaraan heeft hij deze nominatie te danken? Aan zijn onorthodoxe manier van geld uitgeven. Voltaire draait zich om in zijn graf. En ik sla me op mijn kop dat ik tot dusver onwetend was van het bestaan van deze briljante man.

Maar daar wil ik het niet over hebben, want in de kern van de zaak vind ik het wel aardig van Aynan dat hij juist zo'n gekkerd voorstelt. Nee, wat mij bezorgt is dat zelfs hìj, een duidelijk hippe man, het in zijn column nergens over vrouwen heeft. Alle voorbeelden die hij noemt zijn mannelijk. De enige vrouw die in de column te bespeuren valt is zijn moeder, maar wel verscholen achter het woord: "ouders." Zoek ik spijkers op laagwater? U mag mij dat gerust aanrekenen. De reacties op Fitna zijn daaraan debet: we zagen steeds maar weer mannen aan het woord. De beelden van de landen waar protesten uitbraken lieten een wereld zien zonder vrouwen. Ik ben er nu zeer attent op. Ik let erop hoeveel vrouwen in beeld komen, of hoeveel verwijzingen naar vrouwen in een stukje staan. En ik kan alvast verklappen dat een onmiskenbaar verband zich aftekent. Voor de vele lezers onder u die afgehaakt zijn na het lezen van mijn ontboeseming over het feministisch racisme (taboe!) zal dat pijnlijk zijn om te horen, en tegelijkertijd een bevestiging van hun gelijk om mijn column niet meer te lezen: de mannen uit Afrika en het Midden Oosten spannen de kroon, en helaas ook hun (mannelijke) nakomelingen in onze contreien.

Ga maar gerust weer slapen: ik tel.