Ik wil het hebben over het nut van vooroordelen en stel: vooroordelen zijn er om dagelijks getoets te worden. Uitzonderingen zijn er altijd, en het is bijzonder sneu als je geest zo vastgegroeid is in een bepaalde richting dat je die uitzonderingen niet alszodanig erkent. Maar vooroordelen hebben nut. Zeker.
Wat doet een vooroordeel: het bespaart je tijd, het behoedt je voor ongelukken en besluiten die slecht voor je kunnen uitpakken. Een vooroordeel werkt in je voordeel. Het is dom om het niet te doen. Het is pure kansberekening. Niet voor niets uitgevonden door de mensheid. Grosso modo heb je twee categorieën: het vooroordeel dat je in je eentje hebt gecreëerd op basis van je waarnemingen en ervaringen, en het vooroordeel dat meegegeven wordt door de maatschappij of door de opvoeding.
Een paar voorbeelden van negatieve nasleep van het negeren van vooroordelen: Barack Obama, Zimbabwe, mijn verkrachting.
Barack Obama: Om maar niet als racist door te gaan (en om haar collectieve schuldcomplex over de indianengenocide en de slavernij te verlichten) holt heel progressief Noord- Amerika aan achter het meer uitheems exemplaar in de race om het presidentschap, onderweg het kandidaat passerend dat echt kans maakt (vw netwerk en ervaring) om de conservatieven te slaan, met het voorspelbare resultaat dat, wederom, rechts het machtigste land ter wereld de komende 4 jaar zal leiden. Dit blijkbaar liever dan een niet-door-en-door-blanke man de kans te ontnemen een (indrukwekkende, dat wel) poging daartoe te wagen. Dit blijkbaar liever ook dan een vrouw de historische kans te geven het boegland van de wereld te besturen. In dit geval is het niet
het negeren van een vooroordeel dat een ongewenste resutaat induceert, doch de indruk te willen geven geen vooroordelen te hebben, wat niet het zelfde is, maar wel dicht in de buurt komt, en zomogelijk nog gevaarlijker is.
Zimbabwe: 165 000 % inflatie, één bankbiljet van 250 miljoen Zimbabwaanse $ . Vooroordeel: primitieve samenlevingen moet je niet opzadelen met abstrakties uit meer ontwikkelde landen. Heel bot gezged: ze kunnen dat niet aan. Heel subtiel gezegd: ze moeten op hun eigen manier en hun eigen tijd aan die abstrakties toekomen, als ze dat zelf willen. Negeer je die vooroordeel, dan leg je de basis van Zimbabwaanse situaties aan.
Mijn verkrachting: door een Togoër, in de Bijlmer (2 vooroordelen voor de prijs van één), wanneer ik er een sport van maakte om vooroordelenvrij door mijn jonge jaren te gaan. Gelukkig geen aids opgelopen (of mag ik niet suggereren dat er proportioneel meer aids voorkomt in Togo?) en daarom geen (ook niet psychische) blijvende schade ondervonden, maar vervelend was het wel, vernederend (vooral de 25 gulden die hij mij na afloop gaf en nog meer dat ik die ook nog aannam), en vooroordeelbevestigend. Hàd ik maar vooroordelen gehad, zeg ik dan. Hàd ik maar vooroordelen gehad, en slechts gedààn alsof ik ze niet had zoals al mijn generatiegenoten, dan was ik niet verkracht en niet vernederd. En dat geldt voor zowat alles wat ik tot pakweg mijn 30ste heb gedaan.
Leef in het nu, observeer en concludeer. Neem de observaties van je voorouders mee, maar weeg ze af tegen de rest. Een moslim krijgt van mij alle recht om mij (ongelovige) als "hond" tegemoet te treden: Als hij/zij fanatiek religieus is, ben ik inderdaad zijn grootste vijand. Maar als hij/zij niet al te moeilijk doet over religie kunnen wij elkaar vinden op het ongevaarlijk terrein van gezelligheid zonder diepgang. Mensen uit mijn geboorteland worden ook gestigmatiseerd door Nederlanders (dat mag van hen, want we zijn niet ethnisch en dus niet zielig). Ik heb dat nooit erg gevonden: ik ben toch zelf ook weggegaan? Als ik ze zo tof had gevonden was ik toch wel gebleven? Bovendien heb ik een diepgeworteld geloof in mijn kracht om mijzelf te verkopen. "Vinden jullie dat? Kijk mij nou! Ik ben totaal anders!" Het heeft iets komischs; het is een uitdaging, en uitdagingen, daar hou ik van.
Vooroordelen geef je door aan je kinderen. Bewust of onbewust. Als je je schaamt voor je (onbewuste) vooroordelen dan zullen je kinderen die oppikken vanuit de observatie van je handelingen. Je veroordeelt racisme bij hoog en bij laag maar zorgt er wel voor dat je verhuist naar de witste wijk met de witste scholen van Amsterdam, terwijl mijn eerste kind een zwarte school ging, tot algemene verbazing - en afkeuring - in mijn intelloculturele kring. Het is ook goed om vooroordelen door te geven: je kinderen zullen niet op eigen kracht alle wielen opnieuw uit moeten vinden. Het is tijdsverlies. Maar vooroordelen geef je altijd door met het benoemen van de case-by-case-clausule: altijd in alle situaties bereid zijn je vooroordeel overboord te gooien. "Maar dat is hetzelfde als geen vooroordeel hebben!" zult u roepen. Nee. Het is precies andersom: je betreedt de ruimte argwanend, en na inspectie verklaar je de kust veilig. Een wereld van verschil, dat net het verschil tussen leven of dood kan zijn.
Wat doet een vooroordeel: het bespaart je tijd, het behoedt je voor ongelukken en besluiten die slecht voor je kunnen uitpakken. Een vooroordeel werkt in je voordeel. Het is dom om het niet te doen. Het is pure kansberekening. Niet voor niets uitgevonden door de mensheid. Grosso modo heb je twee categorieën: het vooroordeel dat je in je eentje hebt gecreëerd op basis van je waarnemingen en ervaringen, en het vooroordeel dat meegegeven wordt door de maatschappij of door de opvoeding.
Een paar voorbeelden van negatieve nasleep van het negeren van vooroordelen: Barack Obama, Zimbabwe, mijn verkrachting.
Barack Obama: Om maar niet als racist door te gaan (en om haar collectieve schuldcomplex over de indianengenocide en de slavernij te verlichten) holt heel progressief Noord- Amerika aan achter het meer uitheems exemplaar in de race om het presidentschap, onderweg het kandidaat passerend dat echt kans maakt (vw netwerk en ervaring) om de conservatieven te slaan, met het voorspelbare resultaat dat, wederom, rechts het machtigste land ter wereld de komende 4 jaar zal leiden. Dit blijkbaar liever dan een niet-door-en-door-blanke man de kans te ontnemen een (indrukwekkende, dat wel) poging daartoe te wagen. Dit blijkbaar liever ook dan een vrouw de historische kans te geven het boegland van de wereld te besturen. In dit geval is het niet
het negeren van een vooroordeel dat een ongewenste resutaat induceert, doch de indruk te willen geven geen vooroordelen te hebben, wat niet het zelfde is, maar wel dicht in de buurt komt, en zomogelijk nog gevaarlijker is.
Zimbabwe: 165 000 % inflatie, één bankbiljet van 250 miljoen Zimbabwaanse $ . Vooroordeel: primitieve samenlevingen moet je niet opzadelen met abstrakties uit meer ontwikkelde landen. Heel bot gezged: ze kunnen dat niet aan. Heel subtiel gezegd: ze moeten op hun eigen manier en hun eigen tijd aan die abstrakties toekomen, als ze dat zelf willen. Negeer je die vooroordeel, dan leg je de basis van Zimbabwaanse situaties aan.
Mijn verkrachting: door een Togoër, in de Bijlmer (2 vooroordelen voor de prijs van één), wanneer ik er een sport van maakte om vooroordelenvrij door mijn jonge jaren te gaan. Gelukkig geen aids opgelopen (of mag ik niet suggereren dat er proportioneel meer aids voorkomt in Togo?) en daarom geen (ook niet psychische) blijvende schade ondervonden, maar vervelend was het wel, vernederend (vooral de 25 gulden die hij mij na afloop gaf en nog meer dat ik die ook nog aannam), en vooroordeelbevestigend. Hàd ik maar vooroordelen gehad, zeg ik dan. Hàd ik maar vooroordelen gehad, en slechts gedààn alsof ik ze niet had zoals al mijn generatiegenoten, dan was ik niet verkracht en niet vernederd. En dat geldt voor zowat alles wat ik tot pakweg mijn 30ste heb gedaan.
Leef in het nu, observeer en concludeer. Neem de observaties van je voorouders mee, maar weeg ze af tegen de rest. Een moslim krijgt van mij alle recht om mij (ongelovige) als "hond" tegemoet te treden: Als hij/zij fanatiek religieus is, ben ik inderdaad zijn grootste vijand. Maar als hij/zij niet al te moeilijk doet over religie kunnen wij elkaar vinden op het ongevaarlijk terrein van gezelligheid zonder diepgang. Mensen uit mijn geboorteland worden ook gestigmatiseerd door Nederlanders (dat mag van hen, want we zijn niet ethnisch en dus niet zielig). Ik heb dat nooit erg gevonden: ik ben toch zelf ook weggegaan? Als ik ze zo tof had gevonden was ik toch wel gebleven? Bovendien heb ik een diepgeworteld geloof in mijn kracht om mijzelf te verkopen. "Vinden jullie dat? Kijk mij nou! Ik ben totaal anders!" Het heeft iets komischs; het is een uitdaging, en uitdagingen, daar hou ik van.
Vooroordelen geef je door aan je kinderen. Bewust of onbewust. Als je je schaamt voor je (onbewuste) vooroordelen dan zullen je kinderen die oppikken vanuit de observatie van je handelingen. Je veroordeelt racisme bij hoog en bij laag maar zorgt er wel voor dat je verhuist naar de witste wijk met de witste scholen van Amsterdam, terwijl mijn eerste kind een zwarte school ging, tot algemene verbazing - en afkeuring - in mijn intelloculturele kring. Het is ook goed om vooroordelen door te geven: je kinderen zullen niet op eigen kracht alle wielen opnieuw uit moeten vinden. Het is tijdsverlies. Maar vooroordelen geef je altijd door met het benoemen van de case-by-case-clausule: altijd in alle situaties bereid zijn je vooroordeel overboord te gooien. "Maar dat is hetzelfde als geen vooroordeel hebben!" zult u roepen. Nee. Het is precies andersom: je betreedt de ruimte argwanend, en na inspectie verklaar je de kust veilig. Een wereld van verschil, dat net het verschil tussen leven of dood kan zijn.