Uitheems zijn heeft nu en dan zijn voordelen. In het dealen met steeds verwender wordende kinderen heb ik de hardnekkigste exemplaren lange tijd doeltreffend angst weten in te boesemen met welgemeende zinnetjes als:
-Pas op! Ik ben geen Hollandse moeder. Ik geef wèl petsen. Sterker nog ik hòu van petsen geven. Nu ik erover begin: ik heb vreselijk zin om NU iemand een pets te geven.
Maar niet alleen kindertjes zijn vatbaar voor dit soort rethorica. Heel sterk in onderhandelingen is, als de tegenpartij er omheen draait en mij kronkelend probeert in een ongunstige positie te manoeuvreren, het volgende:
-Pas op! Ik ben geen Nederlandse. Ik polder niet.
Ik sta dan magistraal op (niet al te vlug, je moet de denksnelheid van de medemens nooit overschatten), en begeef me langzaam doch onverbiddellijk naar de uitgang.
Succes verzekerd.
En mocht het onverhoopt toch niet leiden tot het gewenste resultaat, dan kan, nadat ik de deur achter mij dicht heb getrokken, mijn dag niet meer stuk, vanwege de verbijsterde blikken die in mijn rug hebben gepriemd.
-Pas op! Ik ben geen Hollandse moeder. Ik geef wèl petsen. Sterker nog ik hòu van petsen geven. Nu ik erover begin: ik heb vreselijk zin om NU iemand een pets te geven.
Maar niet alleen kindertjes zijn vatbaar voor dit soort rethorica. Heel sterk in onderhandelingen is, als de tegenpartij er omheen draait en mij kronkelend probeert in een ongunstige positie te manoeuvreren, het volgende:
-Pas op! Ik ben geen Nederlandse. Ik polder niet.
Ik sta dan magistraal op (niet al te vlug, je moet de denksnelheid van de medemens nooit overschatten), en begeef me langzaam doch onverbiddellijk naar de uitgang.
Succes verzekerd.
En mocht het onverhoopt toch niet leiden tot het gewenste resultaat, dan kan, nadat ik de deur achter mij dicht heb getrokken, mijn dag niet meer stuk, vanwege de verbijsterde blikken die in mijn rug hebben gepriemd.