De eerste de beste woensdagmiddag van het schooljaar bevinden 50 medeslachtoffers en ik zich in de kinder-H&M in de Kalverstraat. Ik was er als eerste, dus heb ik een paskamer weten te bemachtigen waar mijn twee aanwezige kinderen de vele broeken passen die ze in de loop van het koude seizoen zullen slijten. Ik loop heen en weer met stapels afgedankte dan wel beter passende exemplaren. Ondertussen heeft zich een rij gevormd van tenminste 6 moeders. De druk van jengelende kroost plus het gewicht van de vele stukken kleding die ze op de arm sjouwen zorgen voor enige mate van irritatie. Ik zie dat de laatste paskamer leeg staat. Een moeder volgt mijn blik en licht toe: "Die is vies." Eigenwijs als ik ben loop ik er naar toe, en vind een hokje dat weliswaar niet blinkt en schittert, maar niet minder dan de rest van het rijtje. Een moeder waagt de sprong en sluit zich daarin op, om er binnen 30 seconden weer uit te springen, met het gezicht op walgelijk. Geen preciesere aanduiding als ik verder vraag. Uiteindelijk valt het kwartje: achter de deur ligt zeker een drol of iets dergelijks.
Iets later ben ik in een rek een grotere maat spijkerbroeken aan het zoeken (dochterlief blijkt maar liefst twee maten te zijn gegroeid sinds mijn vorige rooftocht). De cheffin staat naast mij te frunniken met de hangers. Ze mompelt hardop:
-Een schande is het. Het is ook slecht voor de klanten.
-Ja, zeg ik, ìk had het wel opgeruimd...
-Zeg, daar worden wij niet voor betaald hoor!
Hetzelfde gebeurde bij het De Mirandabad een halfjaar geleden. Daar was het een flink bebloede tampon die voor opschudding zorgde, althans voor mij, want ik had dat ding ontdekt in een paskamer en was met die mededeling naar verschillende medewerkers van het zwembad gegaan. Maar, u raadt het al, "Daar worden we niet voor betaald hoor". Tot ik opeens, helemaal aan de andere kant van het gebouw, een schoonmaker gewaarwerd. Desgevraagd formuleerde hij het historische antwoord: "Die komt ik straks wel tegen op mijn ronde."
Het is dat ik gisteren geen plastic handschoenen bij me had anders had ik die drol hoogstpersoonlijk schoongeveegd. Ik word er ook niet voor betaald, maar draait het leven opeens echt allèèn om de poen? Ik dacht dat dat een mannending was. Zijn wij inmiddels zo diep gezakt dat wij een drol een halve dag in een drukke winkel laten liggen omdat ze voor het opruimen geen centjes krijgen? Ik word hier niet vrolijk van.
Dames en heren van de H&M en van àlle winkels in Amsterdam, hebben jullie nog niet door dat de nood hoog is? Wat doen jullie als een kind vreselijk moet plassen in een van jullie zaken? Jullie sturen ons naar de horeca! Die ons schreef aan ziet komen. Eerst alle kleine winkels wegpesten en reusachtige winkelpanden bouwen, en vervolgens gek kijken als de kinderen het niet tot de buitendeur redden. WC's willen wij, overal in de stad, desnoods tegen betaling. In afwachting daarvan kakken we voortaan gewoon in de pashokjes. Massaal. Als protest.
.
De afdelingchef wordt gehaald: een parmantere vrouw van tegen de veertig. Ik schat dat ze een beetje Surinaams bloed heeft. Zij kijkt, wikt, loopt weg en komt terug met een verkoopster. Die heeft alvast een stoffer en blik gepakt. Ze deinst echter terug voor het aanblik.
-Poep of kots? vraag ik dan.
-Poep.
Ein-de-lijk durft iemand het Woord in de mond te nemen. De winkeldames lopen samen verontwaardigd weg, luid roepend dat het een schande is. De rij heeft zich hervat.
Iets later ben ik in een rek een grotere maat spijkerbroeken aan het zoeken (dochterlief blijkt maar liefst twee maten te zijn gegroeid sinds mijn vorige rooftocht). De cheffin staat naast mij te frunniken met de hangers. Ze mompelt hardop:
-Een schande is het. Het is ook slecht voor de klanten.
-Ja, zeg ik, ìk had het wel opgeruimd...
-Zeg, daar worden wij niet voor betaald hoor!
Hetzelfde gebeurde bij het De Mirandabad een halfjaar geleden. Daar was het een flink bebloede tampon die voor opschudding zorgde, althans voor mij, want ik had dat ding ontdekt in een paskamer en was met die mededeling naar verschillende medewerkers van het zwembad gegaan. Maar, u raadt het al, "Daar worden we niet voor betaald hoor". Tot ik opeens, helemaal aan de andere kant van het gebouw, een schoonmaker gewaarwerd. Desgevraagd formuleerde hij het historische antwoord: "Die komt ik straks wel tegen op mijn ronde."
Het is dat ik gisteren geen plastic handschoenen bij me had anders had ik die drol hoogstpersoonlijk schoongeveegd. Ik word er ook niet voor betaald, maar draait het leven opeens echt allèèn om de poen? Ik dacht dat dat een mannending was. Zijn wij inmiddels zo diep gezakt dat wij een drol een halve dag in een drukke winkel laten liggen omdat ze voor het opruimen geen centjes krijgen? Ik word hier niet vrolijk van.
Dames en heren van de H&M en van àlle winkels in Amsterdam, hebben jullie nog niet door dat de nood hoog is? Wat doen jullie als een kind vreselijk moet plassen in een van jullie zaken? Jullie sturen ons naar de horeca! Die ons schreef aan ziet komen. Eerst alle kleine winkels wegpesten en reusachtige winkelpanden bouwen, en vervolgens gek kijken als de kinderen het niet tot de buitendeur redden. WC's willen wij, overal in de stad, desnoods tegen betaling. In afwachting daarvan kakken we voortaan gewoon in de pashokjes. Massaal. Als protest.
.