Planet Ivanchuk

Op deze heuglijke Nationale Bekeerlingendag wil ik u mijn laatste ontdekking meedelen: Vassily Ivanchuk uit Planeet Ivanchuk. 

Een van mijn oudste en dierbaarste vrienden ging op een gruwelijke manier dood, het stormde op het huwelijksfront, mijn vaders kanker bleek toch uitgezaaid, ik werd door security uit de Albert Heijn geëscorteerd nadat ik in razernij in het rond was gaan zwaaien met mijn boodschappenkarretje, ik zat opeens buiten mijn schuld om verwikkeld in twee verschillende rechtszaken, ik lag twee weken met de kwakkelgriep èn de hormonen van de menopauze gierden door mijn lijf: Blauwe Maandag was voor mij dit jaar Blauwe Week, en zelfs Blauwe Maand, en dan nog is dat een understatement van jewelste. 

Daar zat ik ineengedoken en verdwaasd de chaos van de afgelopen tijd te verwerken, in de verte turend, proberend een glimp van iets positiefs aan de toekomst los te peuteren. Het was me niet in de kouwe kleren gaan zitten. Mijn vrolijke ik was in een vage droom gaan schuilen, die af en toe voorbijschoof, als een plagerij. De huidige ik daarentegen, lag liever dan ze stond, huilde liever dan ze lachte, en was moe, doodsmoe, levensmoe.

Tot ik vanmorgen van de weekendkranten bericht kreeg van Ivanchuk uit Planeet Ivanchuk. De dramatische last die op mijn schouders drukte werd met een schop opzij gemept, mijn wenkbrauwen liftten op, en ik had weer de zin van het leven te pakken. Want Ivanchuk, beste mensen, weigert te plassen in het kopje. Wil hij geen dopingscontrole bij het schaken? Wil hij geen doping tout-court bij het schaken? Weet hij wat doping is? Wij zullen het nooit weten, want Ivanchuk is zo gek als een looie deur. Maar wel de 3de beste schaker van de wereld. Op dit precieze moment wel te verstaan, want hij houdt zijn plaats nooit lang (al is hij in 15 jaar nooit verder dan de 12de gezakt), daar is hij te dol voor. Nu eens wint hij grandioos dan weer verliest hij jammerlijk. Zijn partijen zijn van een grilligheid niet te dromen, want als hij geen zin heeft, dan peutert hij in zijn neus, eet hij de vrucht van zijn inspanningen op en tuurt hij de rest van de partij naar de muur. Als hij zodoende verliest, dan rent hij naar het dichtsbijzijnde plukje bos en gaat daar hurkend luidruchtig huilen naar de maan. 

Hij is de ware diva van het schaken, en ik ben zeker niet de enige die hem verafgoodt. In het verblijdend licht van zulke schepsels kan ik toch niet bij de pakken neerzitten? Er liggen nog immers stapels kopjes voor mij klaar, waarin ik pontificaal moet blijven vertikken te plassen. 




NB: mijn dode vriend was bizarder dan Ivanchuk.