Het is winter. Wat doe je in Nederland in de winter? Je schaatst.
In Amsterdam doe je dat op de Jaap Edenbaan. Jij doet dat. Ik niet. Vroeger wel hoor, volop. Twee jaar geleden wierp ik de handdoek in de ring: "Nooit meer." En ik hield moeiteloos woord, terwijl schaatsen mij een zeer dierbaar tijdverdrijf was.
Het moest ook wel zo zijn, dat ik ging schaatsen. Voor een bergmens dat met lange latten aan de voeten is geboren, en dat heel haar jeugd op die paar planken doorbracht, lag het in de lijn der verwachtingen. We gingen erop naar school, op de besneeuwde wegen, we deden mee aan wedstrijden en toernooien, we braken weleens een bot. Het vroor van eind oktober tot half april dat het kraakte, en in die periodes zag het schoolplein er eigenaardig uit: gipsbenen, krukken, mitella's en nekkragen bepaalden het beeld. Wat ons niet tegenhield, integendeel! Zodra het weefsel gelijmd was roetsjten we weer met duizelingwekkende snelheden van de hoogste toppen, in de holte van de feeërieke vleugels van omhoogpoederende sneeuw.
Schaatsen leek een beetje op skiën - pootje over en dat soort geintjes kreeg ik snel onder de knie - maar een hoog niveau heb ik er nooit in gehaald. Niets roetsjen van de helling af: na jaren cursussen op de Jaap Edenbaan bleef ik steken op een middelmatig tempo - blijkbaar was ik te oud om een nieuwe sport tot in de finesses te beheersen.
Dat middelmatig tempo, sneller dan de beginneling, maar te traag voor de binnenste ring, heeft mij op de Jaap Edenbaan de das om gedaan. Op de Jaap Edenbaan moet u weten, zijn er twee zones: de binnenste ring voor de wedstrijdschaatsers... en de rest. Beginners worden wel door een flink bord toegeschreeuwd uiterst rechts aan te houden, niemand trekt zich daar iets van aan. Het gevolg is chaos. Lang is dat min of meer goed gegaan: Amsterdam was minder bevolkt, en wie op de baan kwam wist van de baanetiquette. Sinds een jaar of zeven is echter het hek van de dam.
Elke dag kotsen schoolbussen hun vracht ongeïnteresseerde - want niets met de schaatscultuur van doende hebbende - pubers uit op de baan. Elk exemplaar wordt een paar hockeyschaatsen aangemeten en losgelaten. De jongens willen maar niet begrijpen dat je maar één kant op moet schaatsen. Ze gebruiken de snelheidsring als een hockeyveld: ze maken snelle stopjes, draaien rond om hun as, schaatsen zelfs tegen de richting in. De meisjes hebben er een handje van om, met hun lange jassen en hoofddoeken op, in rijen van zes of zeven keuvelend te schuifelen. Je wilt ze inhalen maar dat gaat niet: ze nemen de gehele bandbreedte in beslag - je kan "hogerop!" schreeuwen tot je longen eruit floepen, ze geven geen sjoegge. Als je kamikazebloed hebt kun je de spitsstrook op, waar de snelheidsfanaten strak achter elkaars kontje in lange kolonnen voorbij zoeven.
De Jaap Edenbaan: je moet er of zeer langzaam of zeer snel voor zijn. Voor de middenmoot is het niet meer geschikt.
Tip voor de bazen van de Jaap Edenbaan: deel de baan in drie zones:
-de binnenste ring zoals die is, voor de diehards.
-een middenring voor de middenmoot.
-en een buitenste ring voor de beginners, die ze pas mogen verlaten als ze een bepaalde snelheid kunnen produceren.
Handhaaf die verdeling met ijzeren hand. Hou mij vervolgens op de hoogte van die handhaving, dan bind ik eindelijk weer eens de ijzers onder.
Dit stukkie is ook op AT5 te lezen (link volgt).
In Amsterdam doe je dat op de Jaap Edenbaan. Jij doet dat. Ik niet. Vroeger wel hoor, volop. Twee jaar geleden wierp ik de handdoek in de ring: "Nooit meer." En ik hield moeiteloos woord, terwijl schaatsen mij een zeer dierbaar tijdverdrijf was.
Het moest ook wel zo zijn, dat ik ging schaatsen. Voor een bergmens dat met lange latten aan de voeten is geboren, en dat heel haar jeugd op die paar planken doorbracht, lag het in de lijn der verwachtingen. We gingen erop naar school, op de besneeuwde wegen, we deden mee aan wedstrijden en toernooien, we braken weleens een bot. Het vroor van eind oktober tot half april dat het kraakte, en in die periodes zag het schoolplein er eigenaardig uit: gipsbenen, krukken, mitella's en nekkragen bepaalden het beeld. Wat ons niet tegenhield, integendeel! Zodra het weefsel gelijmd was roetsjten we weer met duizelingwekkende snelheden van de hoogste toppen, in de holte van de feeërieke vleugels van omhoogpoederende sneeuw.
Schaatsen leek een beetje op skiën - pootje over en dat soort geintjes kreeg ik snel onder de knie - maar een hoog niveau heb ik er nooit in gehaald. Niets roetsjen van de helling af: na jaren cursussen op de Jaap Edenbaan bleef ik steken op een middelmatig tempo - blijkbaar was ik te oud om een nieuwe sport tot in de finesses te beheersen.
Dat middelmatig tempo, sneller dan de beginneling, maar te traag voor de binnenste ring, heeft mij op de Jaap Edenbaan de das om gedaan. Op de Jaap Edenbaan moet u weten, zijn er twee zones: de binnenste ring voor de wedstrijdschaatsers... en de rest. Beginners worden wel door een flink bord toegeschreeuwd uiterst rechts aan te houden, niemand trekt zich daar iets van aan. Het gevolg is chaos. Lang is dat min of meer goed gegaan: Amsterdam was minder bevolkt, en wie op de baan kwam wist van de baanetiquette. Sinds een jaar of zeven is echter het hek van de dam.
Elke dag kotsen schoolbussen hun vracht ongeïnteresseerde - want niets met de schaatscultuur van doende hebbende - pubers uit op de baan. Elk exemplaar wordt een paar hockeyschaatsen aangemeten en losgelaten. De jongens willen maar niet begrijpen dat je maar één kant op moet schaatsen. Ze gebruiken de snelheidsring als een hockeyveld: ze maken snelle stopjes, draaien rond om hun as, schaatsen zelfs tegen de richting in. De meisjes hebben er een handje van om, met hun lange jassen en hoofddoeken op, in rijen van zes of zeven keuvelend te schuifelen. Je wilt ze inhalen maar dat gaat niet: ze nemen de gehele bandbreedte in beslag - je kan "hogerop!" schreeuwen tot je longen eruit floepen, ze geven geen sjoegge. Als je kamikazebloed hebt kun je de spitsstrook op, waar de snelheidsfanaten strak achter elkaars kontje in lange kolonnen voorbij zoeven.
De Jaap Edenbaan: je moet er of zeer langzaam of zeer snel voor zijn. Voor de middenmoot is het niet meer geschikt.
Tip voor de bazen van de Jaap Edenbaan: deel de baan in drie zones:
-de binnenste ring zoals die is, voor de diehards.
-een middenring voor de middenmoot.
-en een buitenste ring voor de beginners, die ze pas mogen verlaten als ze een bepaalde snelheid kunnen produceren.
Handhaaf die verdeling met ijzeren hand. Hou mij vervolgens op de hoogte van die handhaving, dan bind ik eindelijk weer eens de ijzers onder.
Dit stukkie is ook op AT5 te lezen (link volgt).