Ploink! ploink! "HEROIN... is mijn wife... HEROIN... is my life" - de tandeloze haveloze junk in vodden schaafde driftig op zijn gitaar. Niet helemaal tandeloos: hij bezat nog twee voortanden, die slap en grijsgeel hingen. Op een boot op de Wittenburgergracht zaten de aanwezigen rondom de tafel te ouwehoeren, een enkeling luisterde naar hem. Het was een van de haltes op zijn nachtroute.
Erik de Vries. Een legende. Hij had een babbel om u tegen te zeggen, met een raspende stem, een iel baardje en twee kraaloogjes die je doordringend aankeken. Een interessante geest, leuk om mee te praten, intelligent en lief, die mooie vrouwen heeft veroverd. Waar hij niet mee te koop liep: ik kwam daar pas achter toen hij de diagnose hiv-positief kreeg (een pionier zo vroeg in de jaren 80), en om mij heen van de weeromstuit de prachtigste exemplaren van het vrouwelijke geslacht zich subiet op aids lieten testen. Wat ik in hun kielzog ook maar deed: je wist immers maar nooit.
Erik had dan ook het schoonste meisje op aarde geproduceerd: zijn dochter had, als zij de ambitie daartoe had gevoeld, moeiteloos de nieuwe Kate Moss kunnen worden. Een positie die, zo heb ik van modegoeroe's en -fotografen begrepen, nog vacant is.
Erik hield van spullen. Plukte op vuilnisdagen van alles van de straat. Zijn imperium in de Conradstraat was tjokvol onbegrijpelijke zooi, in 3D: niet alleen kon je de grond nergens meer zien en was het gokken waar je je voet neerzette, je moest ook tegelijkertijd telkens bukken voor rondhangende, zelfgemaakte, meterslange kunstwerken. Een belevenis die mij 25 jaar na dato nog heel scherp voor de geest staat. Je had er commando's kunnen opleiden in voortschrijden op jungle-achtig terrein.
Op zijn oude dag - hij moet in de dertig zijn geweest - trouwde hij met een medegebruikster uit Australiƫ: een immer breed en zachtaardig glimlachende schoonheid - althans, wat je een schoonheid kan noemen onder het junkvolk. We noemden ze "het echtpaar de Virus". Hij nam haar overal mee op zijn avondlijke ronde langs vrienden en kennissen, om boeiend te vertellen en te zingen. Een moderne minstreel.
Een hersentumor is hem fataal geworden, nog voor de hiv kans had gezien zich tot aids te ontwikkelen. Hij werd in Westgaarde gecremeerd - een druk bezochte doch kale bedoening, die in schiel contrast stond met de rest van zijn verschijning op aarde. Wij hebben hem wel 10 jaar lang heftig gemist.
Dit stukje is op AT5 verschenen.