Herkeuring

Johannes van Dam had er lovend over geschreven in Het Parool, en het bevond zich werkelijk om de hoek - ik had er naar toe kunnen zwemmen - dus besloot uwe Ouwe Zeikwijf het dunnetjes over te doen. Een herkeuring van Rosa & Rita dus.

Er was plaats.

Dat is op zich een wonder. Zodra een eetgelegenheid door Johannes is gecheckt kun je die uit je lijstje schrappen: je komt er niet meer in. Zo niet in dit fabriekspand van reusachtige afmetingen. Rijen tafels tot in het oneindige: hier is gerekend op massale toeloop, van de Oostelijke Eilanders wellicht, of waarschijnlijker van het vraatzuchtig volk van de ernaast gelegen redacties.

Ik was op Rosa & Rita afgekomen vanwege de biefstukken. Johannes had geschreven dat ze op zijn Frans gesneden waren. Ik wist meteen wat hij bedoelde: groot en dun. Niet klein en dik. Na 25 jaar van die Hollandse bloederige klompen kwam dat nieuws als een baksteen in de kalme vijver van mijn knuffelallochtonebestaan vallen. Franse biefstukken. EINDELIJK. Dat liet ik me niet twee keer zeggen. Ik spoedde me erheen. Eenmaal gezeten vernam ik van de serveerster (eentje met blauwe schort. Je hebt daar blauwe en rode schorten. De rode nemen de bestellingen op, de blauwe serveren en ruimen af) dat wat ik aan mijn water had gevoeld klopte: de Franse kok was er TOEVALLIG niet. Ik had het kunnen weten.

Ik vroeg of de biefstukken dan toch Frans waren. Ja, dat waren ze. We hebben de entrecôte en de biefstuk voor u getest. Beide waren inderdaad best wel Frans. Al zijn ze daar toch een fractie dikker (een millimetertje of 2 maar) en iets meer doorgebakken. Verrukkelijke patat erbij, net te rauwe boontjes, een compromis tussen de Franse huisgemaakte mayonnaise en de Calvé-variant, groene sla zonder typische vinaigrette maar wat boeit het, het was allemaal heel smakelijk, heel betaalbaar, heel snel, heel vriendelijk en heel gezellig.

Toen ik daar zat te wachten op mijn bestelling tuurde ik in de lucht: hoog plafond met enorme balken, oorspronkelijke fabrieksdeuren en -ramen, kalkgebluste muren, kaal, aftands: opeens was ik er weer. 25 jaar terug in de tijd, 25 m verderop de Conradstraat. In mijn eigen kraakkot, de Kømå, waar je voor 5 gulden 3 copieuze gangen Franse Cuisine kon verorberen, gezamenlijk gezeten aan een 5x3 tafel van fundatiebalken gebouwd, onder de constante druip van 30 kaarsen op een boven de tafel opgehangen karrewiel geplakt. Af en toe viel er zelfs een hele kaars vanaf, recht je bord in. Dat vonden wij fun, in die tijd.

De hele setting leek op die van Rosa & Rita, maar dan in het rauw. De muren hadden we gewoon gelaten zoals ze waren: afbladderende verf van een eeuw voordien. Op de pilaren had ik mijn vrindjes los gelaten: elk van hen kreeg er één en mocht zich daarop uitleven. De vloer idem dito, maar dan met mozaïeken gemaakt van gevonden scherven en cement. Het fornuis, dat we maar op een gasfles hadden aangesloten, en de koelkast hadden we op straat gevonden, en bevonden zich gewoon midden in de buitenmaatse (20 x 10) eetzaal.

Ik sliep in het voorste gedeelte, dat ik afgeschermd had met vijverfolie. Omdat de zware ijzeren deur zich in mijn slaapkamer bevond moest er een gang van datzelfde zwarte plastic gemaakt worden, een dikke darm waar de gasten op de tast doorheen liepen op weg naar het achterste gedeelte. We maakten nooit schoon: het was er ronduit goor, kunstzinnig, en hemels. Het liep storm. Niet alleen door de krakers van het omringende kledingsmagazijn die zelf te lui waren om te koken, maar ook door al het hippe volk van de stad, immer snakkend naar ongehoorde uitgaansplekken waar ze mee konden opscheppen bij hun burgerlijke vrindjes. Of ze dat ook kunnen na hun bezoek aan Rosa & Rita valt te bezien - hoewel je het nooit weet in deze tijd van ordnung muss sein. Maar ja, ik kreeg er snel genoeg van - een hardnekkige karaktertrek van me - en op het hoogtepunt doekte ik de boel op.

Op de weg terug van het etentje liepen wij langs een helverlichte huiskamer verderop in de Conradstraat. Een entresolletje van 3 x 3 x 3 tjokvol kinderrijk gezinsspul: een feest der herkenning. Zo zagen gansch de Conradstraat en de Czaar Peterstraat er in de jaren 80 inderdaad uit.


Naschrift mei 2011: Rosa & Rita heeft helaas het Johannessyndroom flink te pakken. Een ziektebeeld dat zich uit in gemakzucht en overmatige kapsones. De ober blafte zaterdag mijn man af, die zijn biefstuk kreeg alsof dat kort gekookt was in plaats van gebakken: "We bakken hier op één manier, daar moet u het mee doen." Hij liep nors rond met zijn neus in de lucht alsof hij een begrafenis aan het leiden was. Ik schaamde me opeens dat ik u daar zo positief over had verteld, want lekker of fijn, beide was het niet meer, en als het wel een fransoos was, daar in de keuken, dan kwam hij rechtstreeks uit een cafétaria d'autoroute.



Dit stukkie is eerder verschenen op AT5.