Ik was altijd wel een tikkeltje jaloers op Edinburgh, dat elke herfst een Fringe Festival had, waar alle stand up comedians die ik leuk vind leken op te treden. Hier moest ik het doen met de *gaap* Uitmarkt, wat ik dus al lang niet meer deed. Wie schetste mijn verbazing toen ik afgelopen donderdag aan kwam rennen bij Bellevue: de gracht voor het theater stond tjokvol. Er was een podium ingericht waar verse comedians hun kunsten vertoonden, er was (rap-)muziek, er waren in het roze gestoken vrijwilligers die uitgelaten paradeerden, er was enthousiast publiek. Amsterdam bleek haar eigen Fringe Festival te hebben! En dat al zes jaar! Ik had liggen slapen.
Het stuk waar ik voor kwam, Sartre zegt sorry, bleek in het kader van dit festival opnieuw te worden gespeeld, als één van de tien beste voorstellingen van het afgelopen seizoen. Ik werd niet teleurgesteld. Het was een stuk met inhoud. Laura van Dolron, de schrijfster en actrice van het stuk, geeft een anderhalf uur durend standje aan een atypische Sartre, die laconiek op een stoel zit te grijnzen. Een paar keer zegt hij iets – raaks – terug (“Uiteindelijk is iedereen gelijk. Iedereen wil liefde, veel liefde, en niemand wil eenzaamheid”) en een keer staat hij op om een sigaret in de coulissen te gaan roken, maar voor de rest is Laura aan het woord. Zij heeft nagedacht. Ik heb op het puntje van mijn stoel gezeten, ademloos geluisterd naar de verwijten die ze Sartre maakt, levensvragen uiteenzettend, emotionele Gordiaanse knopen door midden hakkend. Wat een fenomeen! Ik nam me voor om haar volgende stuk beslist te gaan zien, ondanks de dagelijkse “weemoedigheid die niemand kan verklaren, en die des avonds komt”.
Blijkbaar deelde de zaal mijn bewondering, want de acteurs werden na afloop drie keer terug geapplaudisseerd, waar bij de derde keer iedereen ging staan. Ik bleef zitten. Er wordt staande geapplaudisseerd voor kleuters die een schoolvoorstelling in elkaar hebben geflanst, voor groep 5 die drie lessen dansexpressie heeft mogen volgen, voor de dochtertjes die een half jaar op ballet hebben gezeten, voor het gymnasiumkwartet. Het zegt niets meer. Staande ovaties zijn, zoals vele zaken in de huidige volksmaatschappij, gedevalueerd.
Als Laura van Dolron 80 jaar wordt en zij 40 briljante toneelstukken heeft neergezet, dan zal ik voor haar opstaan. Laura, het is een belofte, al ben ík tegen die tijd over de 100, en zal dat opstaan in een bejaardenhuis voor de televisie moeten gebeuren. En mocht ik al op de eeuwige jachtvelden vertoeven, dan zal ik me toch even naar de Stadsschouwburg wenden en zuchten: “Wat hebben we daar toch een mooie mensen...” Geheel in de geest van Laura van Dolron.
Eerder op AT5 gepubliceerd.