Zondag 13 november, de dag dat de Sint ons stadje aandoet, lopen mijn dochter van bijna 12 en ik naar het Scheepvaartmuseum. Om 12 uur moeten we er zijn, hebben we begrepen. Dan zou de Sint uit de boot en op zijn fonkelnieuwe knol stappen. Daar gaat het mijn dochter om, die nieuwe knol.
Ruim voor die tijd heeft de menigte bezit genomen van het Kattenburgerplein, de hele bocht van de Prins Hendrikkade en de Kattenburgerstraat tot voorbij de marine. Dat vinden we op zich raar, want de Sint zou richting Dam defileren, dus waarom staan de mensen de verkeerde kant op? Navraag bij security leert ons dat de Sint eerst een ommetje maakt om daarna de Kattenburgerstraat af te rijden. We posteren ons en wachten.
Het is nog steeds stralend weer. De obligate house muziek schalt door de ijle lucht (zelden een volk zo van lelijke house muziek zien houden als het Nederlandse, het doet ze vast aan de – even lelijke – hoempapamuziek van vroeger denken). Een drie-generatie-familie waagt het erop en barst hartstochtelijk uit in een Sinterklaasliedje, wat geen navolging krijgt. Een vader brengt drie kleurrijke bekers dampende chocomel terug uit de koek-en-zopietent op het Kattenburgerplein. Een opa loopt gehaast naar een voor hem aanlokkelijke plek. Zijn mond glimlacht van oor tot oor onder een felrode mijter. Hij zeult zijn kleinkind mee, in blauw pietenpak met pluche klompen aan de voeten. Het is sowieso hoofddeksels geblazen: een substantiëel aandeel van de aanwezige ouders heeft een pietenbaret of een mijter op. Het is blijkbaar mijtertijd, want de kinderen gaan dit jaar eerder in Sintgewaad dan in een suf pietenkostuum. Geef ze ook ongelijk.
Dochter: ‘ Ze hebben een nieuwe Sinterklaas, een jonge Sinterklaas.
Ik: O
- Ze nemen altijd een jonge Sint zodat ie jaren meegaat. Hoelang willen ze eigenlijk doorgaan met Sinterklaas?
- Wat denk je?
- Eeuwig? Het is zoveel moeite…. Maar ja, er komen steeds nieuwe kindjes.’
Om kwart voor één staan we nog te wachten. Geen spoor van Sint noch van Piet. We besluiten het voor gezien te houden en lopen richting huis, langs het mensenkordon op de Kattenburgerstraat. Dan opeens zien we ze: eerst de marine, dan welgeteld twee reclamewagens, vervolgens een vijftal fanfaren, en pieten te kust en te keur: fietspieten, ééwielerpieten, bakfietspieten, hobbelfietspieten, elektrische scooterpieten, pieten op rolschaatsen en pieten in een rolstoel, pieten te paard en pieten die gewoon lopen, pieten die swingen op opzwepende trommelritmes, pieten die vlaggetjes of pepernoten uitdelen. De kleuters langs het défilé zwaaien uitbundig met hun rode vlaggetjes en schreeuwen zo hard ze kunnen “Piet, Pie-ieiet!” Eindelijk verschijnt de oude baas, langzaam voortschrijdend op Amerigo. Is het een nieuwe Sint? Is het een nieuw paard? We komen er niet uit. Maar wat geeft het? De intocht is veel leuker en mooier dan de platvloerse reclamekaravaan van pakweg 10 jaar geleden. Ik beslis blij te worden van het hele gebeuren en loop fluitend naar huis.
Op AT5 gepubliceerd.
Ruim voor die tijd heeft de menigte bezit genomen van het Kattenburgerplein, de hele bocht van de Prins Hendrikkade en de Kattenburgerstraat tot voorbij de marine. Dat vinden we op zich raar, want de Sint zou richting Dam defileren, dus waarom staan de mensen de verkeerde kant op? Navraag bij security leert ons dat de Sint eerst een ommetje maakt om daarna de Kattenburgerstraat af te rijden. We posteren ons en wachten.
Het is nog steeds stralend weer. De obligate house muziek schalt door de ijle lucht (zelden een volk zo van lelijke house muziek zien houden als het Nederlandse, het doet ze vast aan de – even lelijke – hoempapamuziek van vroeger denken). Een drie-generatie-familie waagt het erop en barst hartstochtelijk uit in een Sinterklaasliedje, wat geen navolging krijgt. Een vader brengt drie kleurrijke bekers dampende chocomel terug uit de koek-en-zopietent op het Kattenburgerplein. Een opa loopt gehaast naar een voor hem aanlokkelijke plek. Zijn mond glimlacht van oor tot oor onder een felrode mijter. Hij zeult zijn kleinkind mee, in blauw pietenpak met pluche klompen aan de voeten. Het is sowieso hoofddeksels geblazen: een substantiëel aandeel van de aanwezige ouders heeft een pietenbaret of een mijter op. Het is blijkbaar mijtertijd, want de kinderen gaan dit jaar eerder in Sintgewaad dan in een suf pietenkostuum. Geef ze ook ongelijk.
Dochter: ‘ Ze hebben een nieuwe Sinterklaas, een jonge Sinterklaas.
Ik: O
- Ze nemen altijd een jonge Sint zodat ie jaren meegaat. Hoelang willen ze eigenlijk doorgaan met Sinterklaas?
- Wat denk je?
- Eeuwig? Het is zoveel moeite…. Maar ja, er komen steeds nieuwe kindjes.’
Om kwart voor één staan we nog te wachten. Geen spoor van Sint noch van Piet. We besluiten het voor gezien te houden en lopen richting huis, langs het mensenkordon op de Kattenburgerstraat. Dan opeens zien we ze: eerst de marine, dan welgeteld twee reclamewagens, vervolgens een vijftal fanfaren, en pieten te kust en te keur: fietspieten, ééwielerpieten, bakfietspieten, hobbelfietspieten, elektrische scooterpieten, pieten op rolschaatsen en pieten in een rolstoel, pieten te paard en pieten die gewoon lopen, pieten die swingen op opzwepende trommelritmes, pieten die vlaggetjes of pepernoten uitdelen. De kleuters langs het défilé zwaaien uitbundig met hun rode vlaggetjes en schreeuwen zo hard ze kunnen “Piet, Pie-ieiet!” Eindelijk verschijnt de oude baas, langzaam voortschrijdend op Amerigo. Is het een nieuwe Sint? Is het een nieuw paard? We komen er niet uit. Maar wat geeft het? De intocht is veel leuker en mooier dan de platvloerse reclamekaravaan van pakweg 10 jaar geleden. Ik beslis blij te worden van het hele gebeuren en loop fluitend naar huis.
Op AT5 gepubliceerd.