De fiets was de afgelopen weken veelvuldig in het nieuws. “Het konninginnetje” zoals de Fransen het vervoersmiddel lieftallig noemen blijkt een bron van grote ergernis te zijn geworden. Cyclisten plempen hun machientje in groten getale voor de plek van bestemming: vooral voor de deur van populaire instellingen is het een zooitje.
Stadsbestuurders is het een gruwel dat de fietser de overstap naar ondergronds parkeren maar niet wil maken. Er gaan stemmen op om betaald fietsparkeren in te voeren. Fietsers moeten zich nu onbehaaglijk voelen: ze worden aangewezen als overlastgevers, terwijl de werkelijkheid toch ietsjes anders is.
Fietsen was, is en blijft het beste vervoersmiddel in de stad. Enkel de benenwagen komt daarbij in de buurt: geheel gratis en (ook) gezond, maar veel langzamer. Op je fiets kun je je boodschappen of je koters vervoeren, een vriend, desnoods dat allemaal tegelijk. Van een ouder met twee peuters en boodschappen voor het hele gezin kun je onmogelijk verwachten dat hij of zij de fiets een halve kilometer van de bestemming parkeren. Daar gaat het juist om, bij fietsen: je kan er van alles mee versjouwen, je stopt toch pal voor waar je wilt zijn. Fietsen nemen weinig ruimte in, zijn milieutechnisch perfect en ontlasten de verkeersdrukte in de stad. Je zou verwachten dat fietsers betaald worden voor zoveel goeds.
Nu regent het boze blikken naar de fietsers die het gore lef hebben van buiten het centrum te komen. Hoe durven ze! Ondertussen blijven de regenten eindeloos nieuwe wijken creëren en volstouwen met levende wezens en hopen dat de nieuwe bewoners in hun enclave zullen blijven. Of dat die bewoners door het centrum heen fietsen, zonder te stoppen, want dat mag (nog) wel. Maar dat die bewoners in het centrum parkeren? Dat is onacceptabel. Gewezen op deze onmogelijkheid voeren de autoriteiten stallingen op die er niet zijn om maar te bewijzen dat die Amsterdammers heel erg fout bezig zijn.
Ik zou zeggen: FIETSERS, STAAKT! Neem de bus, de tram, de taxi, de auto! Massaal! Spreek het met elkaar af. Eerst een bepaalde dag (Nationale Fietsloze Dag), dan een week en als dat niet helpt een hele maand. Dat alle stalen rossen die Amsterdam rijk is werkeloos aan de ketting blijven. Doe dat elk jaar. Binnen de kortste keren slibt Amsterdam potdicht. De automobilisten, die steevast de eersten zijn om de steen naar de fietsers te werpen, kunnen geen kant meer op, elke minuut van hun rijdende dag gevangen tussen blik dat geen kant meer op kan. Dit is werkelijk de enige manier om de kortzichtigheid van het fietsbeleid aan te tonen.
Op AT5 gepubliceerd.