Soms heb je van die tentoonstellingen
waarbij de tentoongestelde onderwerpen onderwerp zijn. Soms heb je
een tentoonstelling waarbij de samensteller onderwerp van de
tentoonstelling is. Rob Schrama, die de tentoonstelling over Jasper
Grootveld in de Oosterkerk organiseerde, is een kunstwerk op zich.
Elke Amsterdammer heeft wel eens dat zwarte silhouet in de
Jodenbreebuurt gezien, met zijn puntschoenen en peroxydekuif. Onder
zijn regie zijn de Oostelijke wateren van de stad de gehele maand
september in de ban van drijvende eilanden. Een eerbetoon aan
antirookmagiër Robert Jasper Grootveld.
Jasper is vooral bekend door zijn
cruciale rol bij Provo. Hij is immers degene die met happenings
rondom het Lieverdje begon, wat de lont bleek te zijn in het kruidvat
van het door regelzucht verstikte Amsterdam van de vroege jaren
zestig. De bom ontplofte en die bom heette Provo. Provo was er al
vóór de studentenrevolutie van Parijs. In zekere zin kun je stellen
dat Provo daar model voor heeft gestaan.
Jasper was mijn vriend en mentor. Hij
en zijn vrouw Thea hebben me ingeburgerd. Vers aangekomen uit Tokio,
was ik kind aan huis bij hen. Dat was in de vroege jaren tachtig.
Provo speelde geen rol meer in het leven van Jasper, al lang niet
meer. Hij had iets belangrijks ontdekt: piepschuim zinkt niet. Nooit.
Je kunt er pakketten van maken, ze aan elkaar knopen, aarde
eroverheen strooien en tadaa: drijvend land. Als je op de zo gevormde
dikke pannenkoeken loopt voelt dat als echt land, wat op zich gek is,
want ze deinen mee met de kracht van het water. Maar toch voelt dat
fijn, en natuurlijk, en stabiel. Piepschuim is overal aanwezig: al uw
witgoed wordt erin verpakt. Het drijft als afval in de grachten,
staat op vuilnisdagen hoog opgestapeld langs de straat om opgehaald
te worden. Je kan het beter niet verbranden. Wat kun je er anders mee
doen dan veilig inpakken en er nieuw land van maken? Jasper was ook
een visionair: in die tijd was er nog geen sprake van opwarming van
de aarde. Toch waarschuwde hij toen al voor de stijging van de
zeespiegel. Hij had een evacuatieplan paraat: elke inwoner zou een
piepschuimblok van een halve kuub op zolder hebben moeten liggen,
ingepakt in touw of net. Als Amsterdam bij grootschalige dijkbreuken
zou onderlopen, zou je rustig met je piepschuimpakket te water gaan.
Al die blokken zouden aan elkaar vast geknoopt kunnen worden. Op die
grote lappen nieuw land kon men overleven.
Vrijdag was de aftrap van de
tentoonstelling over Jasper Grootveld, in de Oosterkerk. Tout gek
Amsterdam gaf acte de présence. Er liepen er een paar ouwe Provo's
rond, onder andere Luud Schimmelpenninck, bedenker van het Witte
Fietsen Plan. Van de openingsspeech van Roel van Duijn (Groen van
Tuin placht Jasper hem te noemen) versta ik geen woord. Dichter Paul
Schaaps brult er zijn Provoliederen achterna, zonder microfoon,
driftig heen en weer lopend in magische cirkels op de hardstenen
graven, geheel in de stiel van Jasper, Rob Schrama straalt, Ruigoord
is uitgelopen, Jan Bianchi speelt magnifiek piano, Bert Schoonhoven
dicht erop los met een saxofoon op de achtergrond, Fabiola zingt de
sopraanpartij van een aria. Metje Blaak loopt met een professionele
camera op de schouder. Navraag leert dat, hoewel haar stichting de
Rode Draad vorige week failliet ging, ze nog wel een uitzending heeft
op Salto. Ik wist niet beter dan dat ze de porte-parole was van de
Wallen. Nu interviewt ze Arno Baan, de “kroonprins van Jasper
Grootveld”, beheerder van zijn piepschuimen nalatenschap en van het
Museum van Drijvende Eilanden achter het Internationaal Instituut
voor Sociale Geschiedenis op de Zeeburgerkade.
Het tentoongestelde omvat voornamelijk
foto's van Cor Jaring van de 'Jaren dinges' en schilderijen van Aatje
Veldhoen. Provo's in alle soorten en maten, de Insekte Sekte en hun
Deskundologisch Laboratorium, de Flower Power, Bart Hughes die een
gat in zijn hoofd boort, Jasper bij 't Lieverdje, Jasper met kees
Hoekert als oprichter van de Lowlands Weed Cie, Jasper met zijn
eerste liefde Netty Dagevos, Jasper zijn eerste vlotten: de Tand des
Tijds, het Gooise Matras, de Freya, een naakte Jasper, een Jasper als
Zwarte Piet, een Jasper in zijn sjamanenpak, een keurige Jasper met
weids water op de achtergrond. Het ingrijpendste is waarschijnlijk de
krijttekening van zijn hoofd met zuurstofslangetje in de neus,
gemaakt door Aatje op 25 februari 2009, om 11 uur 's avonds: om 4 uur
's ochtends was hij dood.
Ook is er een prachtige foto van Thea,
de grote liefde van Jasper, een een kunstwerk van Jasper zelf: een
triptiek. Het beeldt de “Tuin van Hans Tuinman” uit, het vlot
waar die oude Provo opgebaard werd, in verschillende stadia van
begroeiing. Jasper had een periode dat hij grote kleurenkopieën
maakte, en die vervolgens met doorzichtige tape bedekte. Dit is naar
mijn weten het laatste overgebleven kunstwerk van die periode. Naast
het preekgestoelte pronken twee piepschuimblokken, ooit ingepakt door
Grootveld zelf. Iemand heeft er dahlia's ingestoken. Mochten de
dijken pardoes doorbreken, dan kunnen zich er een paar mensen aan
vastklampen.
Ik heb geen tijd om stil te blijven
staan bij de vraag of dit een geruststellend idee is of niet, want
Rob Schrama kondigt de happenings
aan: komende twee weekenden varen piepschuimvlotten gemaakt volgens
de Soft Building methode van Jasper tussen Hannekes Boom en Roest,
komt er een opera op het Waterlooplein en een lichtpiramide op de
Nemo, een vlottenrace op Oostenburg en kun je het Museum van
Drijvende Eilanden per vlot bezoeken. Hou de facebookpagina
en de website
van de organisatie in de gaten! Daar zullen flashmobs op het laatste
moment bekend worden gemaakt.
Na afloop was er een after party bij 't
Knooppunt, de drijvende archipel van Arie Taal tegenover de
Oosterkerk. Hans Plomp was er, Aatje Veldhoen was er, Hedy d'Ancona
was er, van de 200 bezoekers van de kerk waren een mens of 90 er. Jan
Bianchi speelde gitaar, er werd spontaan op de stoep gedanst. Het was
mieters. Iemand van buiten deze kringen zei: “Normaal blijf je heel
lang in de buitenkant hangen en hier was het binnen no time kern tot
kern.” Jasper en Thea keken vertederd en tevreden toe vanuit de
eeuwige jachtvelden.
Comments
Post a Comment