Marvin de Reuver interviewde uwe Ouwe Zeikwijf in 2010 voor 'Blog in the picture'. De rubriek is sinds kort offline, daarom deze herpublicatie. Een beetje gedateerd, dat is waar.
- Wie ben je en wat doe je?
De naam is
Oud Zeikwijf. Ik organiseer het Blogbal, het equivalent van het
Boekenbal, maar dan voor bloggers. Voor literaire online teksten,
eigenlijk.
- Hoe lang heb je de blog al en hoeveel bezoekers heb je gemiddeld per dag?
Ik
heb meerdere blogs, waarvan 2 onder de naam Oud Zeikwijf: Oudzeikwijf.com
en blogbal.nl. Online columns schrijf ik sinds 1998. Oudzeikwijf.com ben ik in 2007
gestart, en blogbal.nl in maart 2010. Alles wat ik schrijf wordt
echter eerst op andere sites gepubliceerd, waar ik geen zicht op heb.
Oudzeikwijf.com is een archief daarvan geworden. De lezersaantallen
zeggen daarom niet zoveel meer. Het merendeel leest mij toch op
andere sites, zoals AT5.nl en Nurks, Zeiken bij Oud Zeikwijf en een enkele op Kutbinnenlanders.nl. Als
je perse cijfers wilt hebben: vorige maand is het aantal hits per dag
geschommeld tussen de 20 en de 3000. Dat zegt echter niet veel over
het werkelijke aantal lezers. Als je het hebt over publicitaire
doeleinden, daar heb ik geen zin an, en daarom zal ik ook geen moeite
doen om het aantal hits te vergroten.
- Waarom heb je voor het onderwerp van je blog gekozen en wat is het doel van je blog?
Laat ik
het over Blogbal.nl hebben. Dat idee is in maart 2010 ontstaan, in de
week voorafgaande het Boekenbal. Ik las al jaren literaire teksten
online, en wist wat er te vinden was. Ik was dan ook zeer te spreken
over het aanbod. Het beeld dat de media van het Boekenbal in het
collectieve bewustzijn plantten kon mij opeens niet meer bekoren. Ik
zag keer op keer een Kluun of een Van Royen, leuke aardige schrijvers
daar niet van, maar het gevoel bekroop me steeds meer: “Als zij
literair zijn, dan zijn we dat ook.” Dat gevoel ging niet meer weg.
Dat was het startpunt. Er moest een Blogbal komen, een avond om de
beste online schrijvers van het land in de schijnwerpers te zetten,
om ze te bedanken voor het gratis leesplezier. Synchroon met het
Boekenbal, en ook aan het Leidseplein. Vele schrijvers bloggen ook,
zij kunnen zodoende hoppen van het ene bal naar het andere.
- Waarom ben je begonnen met bloggen?
Dit
wordt een lang verhaal. Wil je de korte of de lange versie?
4
bis. De lange graag.
Oké dan.
Ik heb altijd al geschreven als hobby. Ik hoef er mijn geld niet mee
te verdienen: dat scheelt enorm, dat geeft me een grote vrijheid. Die
keuze heb ik ooit heel bewust gemaakt, in een gesprek met mijn
vriendin de Broodschrijver.
We hebben toen de taken verdeelt: zij verdient haar geld mee, ik ben
een artistieke schrijver. Ik zorg dat ik een day job
hou en schrijf wat ik wil in mijn vrije tijd.
Het zal
pedant klinken, maar ik ben een geboren schrijfster. Zo eentje die
zichzelf heft leren lezen en schrijven voordat ze op school
terechtkwam, eentje waarvoor de docenten in opstand kwamen omdat ze
de beta richting koos, eentje die zich kon permitteren om bij
tentamens de opgelegde thema's te negeren: ik schreef zo goed dat ik
toch altijd genoeg punten kreeg. Bij het presenteren van mijn eerste
scriptie (bedrijfseconomie) huilden de docenten van het lachen. Ik
had het reilen en zeilen op een Europcar filiaal in Ajaccio
beschreven – dankbaarder materiaal is er niet. Ik kreeg de beste
cijfer dat ze ooit hadden gegeven, en heus niet vanwege het
wetenschappelijk niveau. Ze hadden namelijk decennia van het saaiste
papierwerk achter de kiezen, het was de allereerste keer dat een
scriptie ze deed lachen.
Toen ik 17
was begon ik aan een roman. Ik kreeg al gauw door: dit is niet zoals
het moet. Dit voegt niets toe aan het algemeen belang. In het
papieren tijdperk best een drama voor een beginnend schrijver. Ik
vond dat de lezer iets aan mijn schrijfsels moest hebben, dat hij
daar iets van moest opsteken. Hoe moest ik dat oplossen? Door
non-fictie te schrijven. Ik moest een leven vol Avontuur &
Romantiek gaan leiden, en daarover schrijven. Dat was mijn plan. Ik
heb woord gehouden. Bij elke turning point heb ik
de weg van de meeste weerstand gekozen. Er is nu materiaal voor 4 of
5 romans in dit vrouwenlijf.
Toen
ik na jaren omzwervingen eens terug naar mijn puberkamer ging, vond
ik er slechts een grote kist, die ik klaar had gezet voor ik de
wereld ging verkennen, op zoek naar Avontuur & Romantiek. In de
verwachting oude geschriften van mij te vinden draaide ik de sleutel
en lifte ik de deksel. Wie schetste mijn verbazing toen de kist vol
bleek met lege A4-tjes! Een kist vol lege A4-tjes en een doos pennen;
dat was wat mijn opgroeiende ik aan de volwassen versie van mezelf
had gegeven. Het was een van die momenten in je leven wanneer de
grond onder je voeten wegzakt en je contact maakt met iets groots en
geheimzinnigs. Ik stond oog in oog met mijn vroegere ik, een meisje,
dat mij een cadeau gaf, een cadeau en een opdracht. Alsof zij wist
dat ik zou kunnen stranden, alsof zij voelde dat ik aanmoedigingen
nodig zou hebben: “Vergeet wat je geschreven hebt. Schrijf!” Ik
kreeg een hartverscheurende eerbied voor dat meisje, dat ik zelf was.
In een van
mijn studies was ik Sei Shõnagon tegengekomen, een fabuleus
intelligente schrijfster uit het oude Japan. Zij schreef columns, was
waarschijnlijk de allereerste columniste ter wereld. Ik had meteen
door: dit is mijn genre. Dat was vóór het internettijdperk. Ik zat
toen middenin een proces van op eigen houtje (zonder cursus)
omschakelen tussen Engels en Frans (doorspekt met Japanse en Chinese
karakters) naar zuiver Nederlands, wanneer ik niet meer schreef. Want
als ik dat deed, dan kwamen er op dat papier 5 talen door elkaar.
Toen dat langdurige (20 jaar!) en moeizame proces een eind op weg was
opperde mijn vriendin de Amerikaanse schrijfster Julie Phillips als
eerste dat ik een weblog zou beginnen. Dat leek me niets. Ik had er
een beeld bij van niet bijster ontwikkelde moedertjes die op een
achtergrond van fladderende vlinders het wel en wee van hun kroost
beschreven.
In 1998
ben ik gevraagd als columniste voor een grote website op mijn
vakgebied. Na een paar jaar werd een stuk geweigerd omdat dat te
intellectueel was. Toen ben ik begonnen voor mezelf, doch nog steeds
voor mijn branche. Tot mijn oudste zoon mij op zijn verjaardag een
weblogstek cadeau gaf op Blogger: Oud Zeikwijf. Ik begon mijn
schrijfsels erop te tikken, en verhip! Het werkte. Het was precies
wat ik wou. Julie had dus gelijk. Het heeft me veel voldoening
gebracht.
- Wat vind je zo leuk aan het bloggen?
De
vrijheid. Het kapitalisme zegeviert overal maar het www is nog steeds
van het volk. Halleluja!
- Waar haal jij je inspiratie voor nieuwe artikelen vandaan?
Voor AT5
moet ik over Amsterdam schrijven. Elke keer dat ik de straat op ga
krijg ik weer een verhaal binnen. Zoals vanmorgen: een kleutertje in
de Vomar: “Ben jij mijn mama?” vraagt hij zijn moeder. De moeder:
“Ja, ik ben je mama.” Geen overbodige vraag van dat kind, toch?
Best slim dat hij dat even checkt. Dat kan de aanzet zijn van een
verhaal. Of dat ik uit de tram wil stappen en naast de deur een
prachtige neger zie zitten met een enorme zonnebril op en een
uitstraling van hier tot Tokio. En dan aan mijn portemonnaie denk,
die ik in de aanslag heb om uit te checken. Dat ik me dan primair
verman: “Foei foei, OZ, wat een lelijk vooroordeel!” Maar dat ik
me realiseer dat ik aan de portemonnaie dacht via een omweg, namelijk
via een optreden van de komiek Dave Chapelle, die hilarisch vertelt
hoe hij niet eens de politie kan bellen als er bij hem ingebroken is,
zonder dat de flikken HEM verdenken. Dat IK die associatie niet heb
met de donkerdere medemens. Zo'n vooroordeel heb ik namelijk echt
niet. Marokkanen, die zouden pas mijn portemonnaie pikken. En als ik
dan hardop in de lach schiet, dan heb ik een column.
- Hoe maak jij het bloggen voor jezelf gemakkelijk en leuk?
Bloggen IS
gemakkelijk en leuk, dat zal iedereen die blogt tegen je zeggen. Maar
goed, ik begrijp waar je heen wilt. Voor het schrijven zelf hoef ik
geen moeite te doen. Ik heb een schrijversstem in mijn hoofd, die
alles wat ik zie synchroon vertaalt in proza of poëzie. Zet een
toetsenbord onder mijn vingers en klaar is Kees. Het vloeit vanzelf
uit me, als het ware, alsof ik geplugd was in een grote reservoir
ergens. Wat ik wel moet bewaken, is de toon van mijn stukken. Ik
probeer die luchtig en vrolijk te houden. Dat gaat niet vanzelf, want
ik heb een Russische ziel: vol pathos, zwaarmoedigheid en lyriek. Wat
ook niet vanzelf gaat is vlekkeloos Nederlands schrijven, er zit nog
steeds een Franse slag erin: mijn woordvolgorde is niet altijd in
orde, om maar iets te noemen. Gelukkig heb ik eindelijk de
“redacteuren van mijn leven” bij AT5 en bij Nurks, die het voor
mij stukken relaxder maken. Wat ik ook aanlever, ze maken daar elke
keer iets briljants van. De zorg van alles driedubbel checken is van
me weggevallen. Pure luxe. Ik had wat dat betreft de hoop opgegeven.
Maar soms zijn de mensen die je moet hebben nog niet geboren, en moet
je daar even op wachten.
- Wie zijn jouw grote (blog)voorbeelden?
Wat de
niet-bloggers betreft: Sei Shõnagon, dus, en Fay Weldon. Wat de
bloggers betreft: Mil Millington, Oxysept, Kippfest, Paddy van
Panzerfaust en Sylvia Witteman. Zij hebben de humor die ik begrijp
en bewonder, en die ik in mijn stukken wil. Ik ben een entertainer
namelijk. Ik moet en zal entertainen. Kippfest, om maar meteen de
geniaalste te noemen, kan mij uit de diepste dalen halen. Hoe “klote”
het leven ook is, ik schiet spontaan in de lach als ik zijn stukken
lees, tot schuddebuiken aan toe. Niet de gruwelijke trouwens, daar
kan ik niet tegen. En zijn vuvuzelamuziek... maar dat valt buiten het
kader van dit interview.
Iedereen
dacht waarschijnlijk dat ik Molovich zou noemen. Maar Molovich en ik
zijn geen voorbeelden voor elkaar. Ik bewonder Molovich mateloos,
vind hem de grootste schrijver van dit moment. Maar ik kán hem niet
als voorbeeld nemen. Er is een karmische short cut
die dat overbodig maakt.
- Wat is het leukste dat je tot nu toe hebT (MEE?)gemaakt dankzij je blog?
De
zielsverwanten die ik heb ontmoet.
- Welke tip(s) wil jij andere bloggers meegeven?
Schrijven
is mij niet op een presenteerblaadje gegeven: veel tegenwerking
gehad, niet in de laatste plaats vanwege het switchen van taal. Ik
was al jaren gestopt toen ik de film "Finding Forrester"
zag. Daarin coacht een oude schrijver een jongeman uit de Bronx. Toen
ik de zinnen:
"You
do the first writing with your heart, the second with your head. The
first key to writing is: writing."
hoorde,
heb ik een pen gepakt en ben niet meer gestopt. Je kan zeggen dat
Sean Connery met die woorden de sleutel in mijn hart heeft gedraaid.
Mijn tip aan beginnende schrijvers is dus: bekijk die film en volg de
aanwijzingen.
- Wat heb je in al die tijd dat je blogt geleerd?
Ik heb
veel geleerd van de Hoi Oligoi, zoals ik ze noem, mijn eerste lezers.
Jarenlang schreef ik voor een select publiekje, ik was wars van
bekendheid. Zij hebben mij uit mijn veilig coconnetje gehaald, met
geweld zou ik bijna zeggen, want ik stribbelde bij elke stap
vreselijk tegen. Zo maakte Bob (Hollander in Duitsland) buiten mij om
de fansite “Zeiken bij Oud Zeikwijf” waar je wel reacties op mijn
stukken kon plaatsen. Ik kroop telkens weer in mijn schulp, schreef
weken niet als ik een reactie kreeg. Zij hebben mij stapje voor
stapje en met veel liefde geleerd om me open te stellen voor
vreemden, ze hebben mij klaargestoomd voor het echte werk. Ik kreeg
eelt op mijn schrijversziel. Toen AT5 mij vroeg was ik klaar.
Destijds zag ik zelf niet in waarom ze perse wilden dat ik die omslag
maakte, achteraf ben ik ze immens dankbaar.
Ik kijk
het kunstje nu af van Hadjar Benmiloud. Zij is ook een subversieve
vrouwelijke columniste die daardoor soms gemene reacties krijgt, en
daar met elegantie mee omgaat.
Wat het
Blogbal betreft: ik heb geleerd dat subsidiegevers niet om kwaliteit
geven. Dat was best een eye opener. Ten eerste hoe fantastisch je als
kunstenaar ook bent, je zult toch hun formulieren moeten invullen.
Dat is een vak apart geworden, waar je specialisten voor inhuurt. Die
specialisten zeiden vervolgens tegen mij: “Maak er een wedstrijd
blogschrijven voor kansarme allochtone kinderen van, dan pas maak je
kans om subsidie.” Zij gingen stuk voor stuk voorbij aan de
essentie van het Blogbal: dat de kwaliteit er al is. Dat die zomaar
gratis voor het oprapen ligt, maar dat het grote lezerspubliek dat
nog niet weet, of de weg nog niet kan vinden. Dat die kwaliteit
belangeloos is neergezet door honderden schrijvers. Dat je die
prestatie die je als landje neerzet als overheid mag erkennen,
onderkennen en belonen, eens in het jaar.
- Welke blog moet ik volgens jou de volgende keer in deze rubriek in het zonnetje zetten?
NURKS
natuurlijk! De bloemlezing van de beste online teksten!
Comments
Post a Comment