De vrouw schuifelt moeizaam door haar
propvolle en donkere huisje. “Ik word stram van het thuiszitten”
verduidelijkt ze “Ik moet meer bewegen.” Ze pakt een envelop,
legt die op tafel en wijst op de afzender: “Van het Kremlin.” Zij
trekt er met langzame handen een brief uit. Het is een uitnodiging
voor de feestelijkheden rond het jubileum van het beleg van
Leningrad. “Jullie zijn helden” staat erin. “We waren geen
helden. We waren kinderen.”
Overlevenden van die hel worden door
Jessica Gorter geïnterviewd voor haar documentaire 900 Dagen,
alleen, in paren of in groepjes. Leningrad, tegenwoordig Sint
Petersburg, werd in september 1941 door de Duitsers omsingeld. Hun
eerste move was de pakhuizen waar de rantsoenen voor de winter
waren opgestapeld te torpederen. Exit voedsel. Dan zorgen dat niets
meer de stad in kwam: hout of kolen werden niet meer aangevoerd. De
bewoners crepeerden van honger en kou. Ze vielen dood op straat neer
in de onbarmhartige vorst van de Russische winter.
De documentaire is meesterlijk
opgebouwd. Eerst die platgebombardeerde pakhuizen waar de
uitgemergelde bewoners onder het puin vandaan restjes voedsel
proberen bij elkaar op te graven, en die ter plekke neergeschoten
worden door hun eigen soldaten. Dan de doden die plotsklaps op straat
vallen, de lijken die op een plein worden gedumpt, in een laken
gewikkeld, en die daar zijn gebleven: geen graf voor deze doden.
Subtiel verschuift het accent naar de kater die door de buren wordt
gevild en verorberd. Het elastiek van je gevoeligheid wordt langzaam
opgerekt, de grens verschuift al een beetje. Volgend niveau: de
bloedige gaten in de lijkomhulsels – men blijkt daar spieren te
hebben uitgehaald. Nog meer katten die opgepeuzeld worden – daar
ben je inmiddels aan gewend. We horen vervolgens het verhaal van een
man die zijn buurvrouw met een bijl dood slaat om haar op te eten. Nu
komen de verbijsterende cijfers van de politierapporten: in het
tweede jaar zijn er tenminste 460 gevallen opgetekend van
soortgelijke moorden, een veelvoud van de tientallen in het eerste
jaar: een trend was gezet.
Je hebt al dat vreselijks maar net
weten te verteren als die allereerste vrouw weer uitgebreid in beeld
komt. Ze was een kindje, woonde met haar moeder en haar zus, de vader
was eerder overleden. Ze had het zo koud dat ze niet meer uit bed
kwam. De zus, die begaafd en geliefd was, stierf van de honger. Die
zus had een vriendje, dat huilde toen hij dat hoorde. “Ivanovitsj
Soepolov” zegt ze daar nog achteraan [ik
kan me de echte naam niet herinneren, graag correctie van de lezers,
OZ] De moeder zei tegen haar tweede dochter: “Nu
heb ik niets meer om voor te leven.” “En ik dan?” vroeg dat
meisje. De moeder ging dood in het bed waar dat meisje ook lag. Zo
hebben ze zes dagen gelegen. Je denkt: erger kan het niet worden.
Maar na zes dagen gaat ze de straat op en komt de poes tegen, die ze
jaren lang heeft gevoed. En ja hoor, ze pakt de kat en doodt hem. De
buurvrouw heeft daar toen soep voor haar van gekookt, die ze in haar
uppie mocht opeten, omdat ze jarig was. Ze werd elf.
Eenmaal volwassen vroeg
deze vrouw aan de pater, en ik zal haar blik niet gauw vergeten: 'Als
een vrouw haar overleden kindje zes maanden in de vrieskou bewaart om
telkens stukjes van haar vlees aan haar overgebleven dochter te
voeren, is dat een zonde of een daad van liefde?' De grens is
bereikt. Verder kunnen onze verwende geesten niet gaan in het
assimileren van het leed dat deze mensen hebben ondergaan.
In januari 1943 trokken de Duitsers
zich terug. Het is hen niet gelukt de stad te veroveren. Ook aan hun
zijde zijn de verliezen extreem te noemen. Dat het drama niet aan één
partij valt toe te dichten wordt mij pijnlijk duidelijk als mijn
beste vriendin (halfduitse) fel reageert met: “Het Beleg van
Leningrad? Daar hebben familieleden van mij jaren voor gelegen.”
Wij vergeten maar al te vaak de talloze monddode Duitse sloebers,
jochies nog, die door Hitler de dood zijn ingejaagd, na jaren van
ontberingen in onmenselijke omstandigheden zoals de winterkou van
Leningrad.
Als we aan de Tweede Wereldoorlog
refereren, dan zijn de joden de slachtoffers, met hun 6 miljoen
overledenen, en de VS of Canada de bevrijdende helden. We hebben niet
op die manier ingepeperd gekregen dat het de Russen waren die ons
dreigden te bevrijden, en dat de VS daarom insprong, we hebben nooit
de maar liefst 20 miljoen Russen voor de geest die het leven daarin
hebben gelaten, en, zonder een paar anachoreten zoals Jessica
Gorter, zouden we nog steeds niet spreken over het Beleg van
Leningrad. Komt het door Stalin, voor wiens spook de overlevenden nog
zichtbaar bang zijn, door de censuur die over de kwestie gold: je
mocht er immers niet over praten? Of door onze eigen blik, eeuwig
gericht op het Westen?
Comments
Post a Comment