Tegen Sinterklaas werd ik
geconfronteerd met een voor mij nieuw verschijnsel: de pop-up winkel.
In de Linnaeusstraat was er opeens één. Tot en met Kerst kon je er
cadeautjes kopen. Bijzondere cadeautjes wel te verstaan: liefst van
biologisch dynamische oorsprong, of - hoe heet het tegenwoordig -
duurzaam. In werkelijkheid niets bruikbaars maar dat is toch zelden
een voorwaarde voor cadeau's. Hoewel ik op 5 december wel een hele
leuke muts in mijn schoentje vond, die uit de pop-up winkel bleek te
komen, en waar ik niet meer zonder kan. Buiten voor de deur van die
pop-up winkel werd het excentrische karakter ervan nog eens benadrukt
door een stoet aan malle wagentjes uit de jaren dinges: een koek en
zopie, een soepbus, een rijdend bioscoopje...
Mijn nieuw verworven kennisname van
deze maatschappelijke ontwikkeling kreeg onlangs een nieuwe dimensie
toegevoegd. Door een stralend fris weertje geroepen tot een
langdurige wandeling door onze mooie stad struikelde ik op de stoep
van de Plantage Muidergracht over een stel waxinelichtjes. Ik keek
om: daar stond een vouwstoel met een kartonnen bordje erop,
handgeschreven: 'Expositie, welkom'. Daarachter een wijd openstaande
deur, op een minuscuul hokje dat eigenlijk op een bezemkast leek.
Daar stond ook een bezem. En een emmer.
Mijn vriendin wou doorlopen. Mijn
belangstelling was echter gewekt. Dit kón niet slechts een bezemkast
zijn. Iemand had de moeite genomen om een bordje te maken, er moest
wel iets van een expositie zijn? Of was dit een kunstexperiment in de
zin van: kijken hoe de burger reageert op de tegenstelling
expositie/bezemkast? Bananasplit zelfs wellicht? Ik stapte binnen en
riep: “Daarachter zit een trap!” Een trap met nog meer
waxinelichtjes. Die we beklommen. Boven duwden we een paar deuren
open en daar was het: de pop-up galerie!
Al haastte oprichter Emmelie Koster
zich dit enigszins te ontkrachten: “Onze ruimte in Amsterdam is
geen pop-up galerie. Het is wel de plek vanwaaruit we pop-up galeries
organiseren, ons hoofdkwartier. In de Amsterdamse ruimte laten we de
grootste talenten die we in het buitenland hebben opgepikt
exposeren.” No Man's Art Gallery heet het. Op een geheime locatie
ergens in de wereld opent de galerie voor een week haar deuren om
kunst te laten zien van jonge kunstenaars uit dat land en het land
waar de pop-up galerie de laatste keer was. Een oud havengebouw in
Hamburg, een kapel op een begraafplaats in Kopenhagen, een verlaten
katoenweverij te midden van ruïnes en een vijver vol schildpadden in
Mumbai, in Parijs, in Shanghai, de pop-up galeries zijn altijd in wat
ongebruikelijke gebouwen.
Zondag was de buurtborrel, waar de hele buurt voor uitgenodigd was. Tot 27 januari loop de expositie van Bertrand Peyrot, die, doeltreffend, roest als materiaal voor zijn schilderijen gebruikt. 1 maart opent de tentoonstelling van Maxim Santalov, een Russische jonge kunstenaar die Koster via facebook ontdekte.
Zo gebeurt het soms: een moedige jongeling probeert wat en het blijkt aan te slaan. Het leven hoeft niet altijd volgens het gebaande padje te lopen. We verheugen ons over de pop-up galerie die geen pop-up galerie blijkt te zijn en wensen Emmelie Koster veel succes.
[Op AT5.nl gepubliceerd]
Comments
Post a Comment