Na dagen van onophoudelijke regens
blijkt de zon te schijnen. Leuk! denk ik, en ik besluit de weg naar
werk te belopen. Goed voor de botten, de spieren, de longen en de
geest.
In zo'n geval heb ik mijn aangename
routes: loomrijke paden langs de gracht, eendjes en zwanen. Ze zijn
zeldzaam, de wandelroutes in het centrum van de grote stad, maar ze
zijn er nog, voor wie daar naar wil zoeken, en er de omweg voor over
heeft. Ik vertrek dan een kwartier eerder - dat is het tijdsverschil
met het OV. Als ik de fietsfanaten verkrampt zie sjezen in de spits
realiseer ik me dat hún tijdsverschil gemeten wordt in luttele
minuten. Hun verschil tussen relaxed forenzen en gestress.
De gekozen route hangt af van het weer.
Bij regen heb ik een netwerk van wegen met zoveel mogelijk
overkappingen; in de zinderende hitte, schaduw.
De tocht brengt mij langs de oevers van
een lieftallig grachtje bewoond door een flottielje Amsterdamsche
eenden en 7 ganzen (5 genten en 2 ganzen om precies te zijn). Sinds
de lente hebben zich exoten (een paar Nijlganzen) hier bevestigd. Ze
hebben zelfs een nest weten groot te brengen. De takken van een
reuze treurwilg aaien onnadenkend het wateroppervlak. Aan mijn
rechterzijde werpt een rozenstruik zich half op het trottoir – zij
hangt een beetje uit haar voegen. Enorme bloemen. Oud paars. Ik stop
en ruik aan één van die joekels. Verrukkelijk! 'Wat hebt u mooie
bloemen, en wat ruiken ze heerlijk.' zeg ik hardop tegen deze
hardwerkende, bewortelde dame. Opeens ligt er een klein blaadje in
mijn handpalm. Ik wil het weggooien maar iets houdt me tegen: het
besef dat die rozenstruik dit blaadje in mijn hand heeft laten
vallen. Het is een cadeau. Een bedankje voor de aandacht en het
compliment.
Ik loop verder, met het blaadje. De weg
vervolgt zich, met alle dingen die er te zien zijn. Opeens komt dat
blaadje weer in mijn hoofd, en de betekenis ervan. Het is niet zomaar
een cadeau, het is een aandenken. De rozenstruik heeft mij een
aandenken gegeven, opdat ik me haar later herinner.
Het blaadje ligt nog steeds op mijn
bureau. Als de akeligheden van het leven mij overvallen en met hun
grijze tentakels mijn geesteswereld dreigen te verstikken, kijk ik
ernaar en zie ik en ruik ik die mooie rozenstruik. Een beter cadeau
heb ik nooit gehad.
****************************8
PS: loomrijk is expres zo geschreven. Ik hou niet van lommerrijk, dat mij doet denken aan de lommer en niet aan mooie bomen op een zomerdag.
Comments
Post a Comment