Weelde
Deze tijden doen me denken aan de
Franse Revolutie. Aan meer revoluties. Aan álle revoluties. Het ís
een revolutie! Want in revoluties gaat het zo: de have nots
keren zich tegen de haves. En hoe je het wendt of keert,
niettegenstaande wat die arme professor uit Denemarken (rust in
vrede), die net zo goed een rijke professor uit Zweden kan zijn, zo
precies weet ik het ook weer niet meer, ons in Zondag met Lubach kwam
vertellen, dat het het heus meeviel met de wereld, dat er steeds meer
middenmoters waren, overal, dat de lat van de echte armoe (die waar
je bij in de naar fecaliën stinkende goot crepeert, bedelend om een
stukkie brood, haar en huid vol ongedierte), steeds hoger komt te
staan - of lager, het is maar hoe je het wilt begrijpen -,
we zijn rijk en ze zijn arm.
En ze zullen blijven komen. Daar is
niets tegen te doen. Onze eigen (relatief) armen, die in de ogen van
de echte armen (die volgens die professor uit Denemarken of Zweden -
en misschien zelfs Noorwegen, doe es gek - dus al minder arm aan het
woorden zijn, maar daar hebben we in dit betoog - en ook sowieso in
het Westen in dit stadium - niet zo veel aan) hartstikke rijk zijn,
proberen de toestroom (de revolutie in feite) te dempen, tevergeefs.
En ook dát is een revolutie op zich. Onze eigen (relatief) armen
keren zich tegen het establishment, tegen degenen die sinds de
goddelijke jaren 60 een enorme macht in handen houden, de macht over
ons denken, over ons ethiek, kortom, over goed en kwaad.
Het enige wat we kunnen doen is
voorkomen dat onze keurige hoofden niet in de afvalmand van de
guillotine terecht komen.
Comments
Post a Comment