Klaverjazz in Arti

Ik hád me vorig jaar zo vreselijk en spectacle gegeven en ik hád mezelf beloofd er niet meer heen te gaan maar het was nu eenmaal op de club en ik hou nu eenmaal van dansen, dus, na een middag gewikt en gewogen te hebben, zat ik toch maar mooi in de tram richting het Rokin, op weg naar weer zo'n avond van Klaverjazz in Arti, “op de raakvlakten van kunst, poëzie, dans en muziek”.

Ik heb er geen spijt van gehad. Het was geweldig.

Een zangeres op de vleugel die (absoluut beroemd gaat worden en) een liedje op een gitaar met één snaar speelt, omdat dat eens op vakantie het enige instrument voorhanden was, meerdere dichter/essen en dito danseressen, achtergronden van sax, piano, vogelgeluiden, human beat box (wat me even doet denken aan comedian Chris Redd onlangs op twitter: “Art idea: Beat poetry where somebody beats the shit out of you until you remember a haiku.”) Op een of andere manier droegen alle vrouwen een rode broek. Ik heb gecheckt: puur toeval.

Even vreesde ik dat de normaliter relaxte formule van de avond een strakke koers was gaan varen, namelijk toen ik geshttt werd door de moeder van een zangeres. Maar zij vertrok bij het laatste akkoord van haar spruit en liet ons de rest van de avond lekker rommelig doen verlopen. Zoals dat out of the blue een man uit het publiek (hoorngebrild, middelbare leeftijd) naar voren stapt, dwarsfluit in de hand, en vraagt of hij een stukje kan spelen. “DAAR GAAN WE” denk ik dan “elke halvegare van de stad grijpt nu zijn kans.” Tot hij begint te spelen.

Arti viel stil.

De sneldichter borduurt verder op de situatie en declameert: “Chaos bouwt zich langzaam op. Voor je het weet zit je erin.” Hij trekt mensen uit het publiek naar de schijnwerpers toe. BAM. In één keer de dansvloer vol. Uitdagende groovy muziek erachteraan. Zo. Doe. Je. Dat.


Enkel ophemelen mag niet dus hier een minpunt: de presentator. Die het niet kon laten om onvolkomenheden, die er niet eens waren, uit te vergroten. Bijvoorbeeld toen hij de afwezigheid van bassist en drummer in de jazzcombo bevroeg. De pianist, pris de court, en zo'n (lieve) jonkie zijnde, ging daar nog op in ook, terwijl hij gewoon had moeten zeggen: dit is de formatie van vanavond. Klaar. Want het werd ook nog zo'n perfecte uitvoering. Met een zangeres/dichteres erbij en twee bloedmooie danseressen, die op de grond krioelden in een vloeiend samenspel (oogstrelend is het woord). Precies wat deze avond beoogt, toch? Een wandeling door een woud van kunstzinnige experimenten. Ze afficheren zich als zodanig, de inhoud corroboreert het.

Hulde aan de organisatie. Keer op keer weten ze parels uit de spelonken te halen en boren een even zeldzame als welkome ader aan in het verschaalde want vercommercialiseerde hoofdstedelijke aanbod. Hun formule werkt als een trein: je wordt eerst geprikkeld door afwijkende jazz, poëzie en dans. Dat geeft zin. Eenmaal op de dansvloer ga je los. Het levert onvergetelijke avonden op.

Op de weg terug zag ik een engel, compleet met aureool en vleugels, uit de nachtbus stappen. Amsterdam is wel degelijk af en toe nog een beetje magisch.

Comments