Al dagen loopt mevrouw Hazenkraak met de linkerpols in het
verband. Bij het uitlaten van The Blue Dane zie je de voorbijgangers
er automatisch vanuit gaan dat híj daar de oorzaak van is. Een
lilliputer van een grijzend vrouwtje met een kolos aan de lijn, dat
kan niet goed gaan, niet waar?
Niets daarvan. Blauwe plekken bij de vleet, ja. Want The Blue Dane
is een monumentale slungel die met tussenpozen 10 centimeters
tegelijk groeit, wat sneller is dan hij telkens bevat. Dus botst hij
genadeloos tegen je benen aan het einde van een sprint, glijdt uit in
de modder en, met zijn berenklauwen en fonkelnieuwe nagels, klimt op
jouw schoot denkend dat hij een chihuahua is. Wat Mevrouw Hazenkraak
niet kon laten te cultiveren, door op de veelvuldige vraag "Wat
is dat voor een hond?" steevast te antwoorden: "Een
chihuahua", tot ze dat een keertje tegen een jochie zei, die dat
ogenblikkelijk geloofde, en zij zich van de weeromstuit had
afgevraagd of deze stomme actie van haar geen vreselijke
consequenties kon hebben.
Ook heeft Mevrouw Hazenkraak wel eens zelf keihard tegen zijn pas
aangegroeide grotehondentanden geschopt bij het pootjebal. Daar heeft
zij een harde bult aan overgehouden op haar scheenbeen. Ze was zo
bang geweest voor het beschadigen van zijn schitterende pubergebit
dat zij terstond een regel vaststelde voor het spel: “met dubbele
bal spelen.” Één voor hem om in zijn muil te houden, de tweede om
mee te passen. Dat gebit moest immers zijn hele leven mee, dat pas
begon.
Die gekneusde pols, dat had Mevrouw Hazenkraak toch ook echt aan
zichzelf te danken gehad, toen zij bij het ophangen van de hangmat
afgeleid werd door
een buurman en over de oude ploeg was gestruikeld. Ze had pijnlijk de
rabiate werking van de zwaartekracht ervaren: voor zij het wist lag
ze plat op haar bek, als een zak aardappelen, te turen naar de
onderkant van een roestig onderdeel, half in de grond begraven door
jaren compostering van vallend blad.
The Blue Dane was niet eens in de buurt.
Comments
Post a Comment