Mevrouw Rochebouille raakte daar niet over uitgepraat. Het zoveelste,
door haar gehate, kabinet Rutte was werkelijk gevallen. Zij kreeg er
erbied van voor premier Rutte. Want, zo redeneerde zij, wat had hij
hiermee een fijn staaltje PR uit zijn mouw geschud! Op alle fronten was
het een winwin voor de bewindslieden, en de aan hen gelieerde partijen.
Zo lagen ze al een poosje onder zwaar geschut vanwege de
toeslagenaffaire, dat uiteindelijk als excuus werd gebruikt om de
handdoek in de ring te gooien. Nu mochten ze schuldbewust overkomen, het
boetekleed opzichtig in het volle licht van de schijnwerpers, de grijns
van opluchting zorgvuldig verborgen onder een afgematte en/of geërgde
blik. Wat kwam dat toch heerlijk op tijd: met de verkiezingen sowieso in
aantocht; met die vervelende coronacrisis en het tropenjaar dat ze
achter de kiezen hadden; met de tanende populariteit onder het morrende
volk, om het uitblijven van beloning voor de dappere zorgmedewerkers.
Nu konden zij zich wijden aan campagnevoeren, dat een ondergeschoven kindje dreigde te gaan worden.
Ware mevrouw Rochebouille niet zo'n rabiate antikapitalist, had zij
daarvan pardoes op de VVD gestemd. Want slim waren en bleven zij, en
slimme mensen had je nodig aan het stuur.
Mevrouw Rochebouille ontwaakte uit haar rêverie, slaakte een diepe
zucht, en ging weer door met de vaat, die ze met de hand en met 100%
biologisch afbreekbaar afwasmiddel deed.
De VVD ging het toch maar niet worden.
Comments
Post a Comment