Mevrouw Rochebouille had al langer meelij met de wappies. De manier
waarop ze op de sociale media werden aangepakt door de goegemeente vond
ze vaak hard. Want wat waren wappies anders dan luizen in de pels? In
haar optiek móesten er wappies zijn, dat hield ze scherp, al diegenen
die zo op hen neerkeken.
De bête noire van de wappies was de MSM. De media. De publieke omroep,
de azijnbode en andere dagbladen. De wappies beschouwden die als slaafse
spreekbuizen van de overheid, ook een orgaan dat ze niet met de gewenste
mate van vertrouwen bejegenden. De MSM riep dan terug dat van die
beschuldigingen niets waar was, dat ze heus niet gestuurd waren door de
boven ons gestelden, nee, ze waren juist exponenten van Goede
Journalistiek, verkondigers van DE Waarheid.
Wat mevrouw Rochebouille steevast aan de Pravda deed denken.
En nu was er Sigridgate. De VPRO, godsamme, had zich zonder blikken of
blozen wel degelijk voor haar karretje laten spannen, en niet zo'n
beetje ook. De VPRO, die mevrouw Rochebouille zich herinnerde uit de
Roaring Eighties als zo ongeveer de meeste subversieven onder de
programmamakers. Het viel haar toch enigszins tegen van ze, dat ze zo
mak waren geworden. Maar niet zo zeer dat ze er 10 tweets aan ging
besteden, zoals zowat heel haar TL. Daar was ze toch teveel door de wol
geverfd, qua illusies en zo. Natuurlijk gingen de scherpe randjes eraf
na verloop van tijd, zo ging het toch ook met de meeste radicale
bewegingen? Een tijdje hakken ze je kop eraf, om op een gegeven moment
keurig in het pak aan de vergadertafel plaats te nemen.
Wat haar wel verbaasde (en ook dat begon te slijten) was de verbazing.
Van al die normaal zo knappe koppen. En de complete afwezigheid van elk
spoor van zelf inzicht.
Want eigenlijk vond zij dat ze de wappies nu excuses schuldig waren.
Comments
Post a Comment