Mevrouw Hazenkraak was niet dol op vliegen. Sterker nog: als een dezer
onverlaten zich in haar binnenhuizelijk lebensraum waagde, had mevrouw
Hazenkraak license to kill.
Vanmorgen ging het anders aan toe. Mevrouw Hazenkraak zat prinsheerlijk op de betonnen plaat op de iertank thee te drinken toen een vlieg in de beker viel. Prompt poogde mevrouw Hazenkraak het beestje te redden, door haar met een potlood uit de vloeistof langs de rand omhoog te duwen.
3 pogingen had ze nodig. Het beestje viel er telkens weer in.
Uiteindelijk lukte het om het zielige ding op de tafel te leggen.
Daar zat geen spoortje leven meer in, zo leek het.
"Levend verbrand in de te hete thee" stelde mevrouw Hazenkraak vast na die temperatuur empirisch met haar vinger te hebben gemeten.
Niet verchikkelijk heet, maar te heet voor een vlieg.
Ze liet de vlieg toch even onberoerd op tafel liggen. Je wist maar nooit. Als katten negen spreekwoordelijke levens bezaten, dan hadden vliegen er honderd, sprak ze uit ervaring.
Na een tijdje ontwaakte de arme drommel uit haar coma. Mevrouw Hazenkraak duwde haar voorzichtig op haar pootjes, en liet haar zo onbekommerd drogen in de ochtendbries.
Zij vroeg zich wel eventjes af (zij had niets anders te doen) of het niet gevaarlijk was voor een doodzieke vlieg, zo op tafel. Een kind kon bruusk speelgoed op tafel leggen, om maar iets te noemen.
Zij zat echter tussen kinderen en kleinkinderen, om een anglicisme te misbruiken.
Zij overwoog om het beestje op de paal van de poort te leggen. "Maar dan zien de vogels haar." Nee dus.
Toen ze weer omkeek was de vlieg weg.
Vanmorgen ging het anders aan toe. Mevrouw Hazenkraak zat prinsheerlijk op de betonnen plaat op de iertank thee te drinken toen een vlieg in de beker viel. Prompt poogde mevrouw Hazenkraak het beestje te redden, door haar met een potlood uit de vloeistof langs de rand omhoog te duwen.
3 pogingen had ze nodig. Het beestje viel er telkens weer in.
Uiteindelijk lukte het om het zielige ding op de tafel te leggen.
Daar zat geen spoortje leven meer in, zo leek het.
"Levend verbrand in de te hete thee" stelde mevrouw Hazenkraak vast na die temperatuur empirisch met haar vinger te hebben gemeten.
Niet verchikkelijk heet, maar te heet voor een vlieg.
Ze liet de vlieg toch even onberoerd op tafel liggen. Je wist maar nooit. Als katten negen spreekwoordelijke levens bezaten, dan hadden vliegen er honderd, sprak ze uit ervaring.
Na een tijdje ontwaakte de arme drommel uit haar coma. Mevrouw Hazenkraak duwde haar voorzichtig op haar pootjes, en liet haar zo onbekommerd drogen in de ochtendbries.
Zij vroeg zich wel eventjes af (zij had niets anders te doen) of het niet gevaarlijk was voor een doodzieke vlieg, zo op tafel. Een kind kon bruusk speelgoed op tafel leggen, om maar iets te noemen.
Zij zat echter tussen kinderen en kleinkinderen, om een anglicisme te misbruiken.
Zij overwoog om het beestje op de paal van de poort te leggen. "Maar dan zien de vogels haar." Nee dus.
Toen ze weer omkeek was de vlieg weg.
Mijnheer Hazenkraak, die er ondertussen bij was gekomen, had zijn sudoku
pal daarop gelegd.
Mevrouw Hazenkraak dronk de thee gewoon op en ging verder tot de orde van de dag.
Mevrouw Hazenkraak dronk de thee gewoon op en ging verder tot de orde van de dag.
Comments
Post a Comment