James |
The Blue Dane verkeerde al 10 maanden op de Eeuwige Jachtvelden. Het verdriet was afgrijselijk geweest; maanden alom aanwezig; nog vele maanden dagelijks. Mevrouw Hazenkraak ging jankend naar bed en werd jankend wakker. "Erger dan voor een mens" placht zij te zeggen.
Het was haar kindje geweest. Nu wilde de rouw zich wel eens compliceren door verzwarende gevoelens zoals... schuld. En spijt.
Schuld en spijt had zij zat.
Een bijzondere spijt was dat ze een paar keer genoeg had gehad van The Blue Dane. En dat ze dan jaloers naar Mijnheer Hazenkraak lonkte, als die de kamer binnenliep met zijn pas gekregen kitten James op zijn schouder gedrapeerd. Ze keken allebei zo heerlijk tevreden. James was so low maintenance en fluffy, vergeleken met die stoere handenbinder van een Deense dog.
Daar moest ze nu vaak aan denken, in deze rouwende fase, wanneer ze The Blue Dane zielsverscheurend miste, en James er nog wel was. Dan moest ze van zichzelf content zijn, vanwege James. Het was dus zaak James te behouden. En niet, zoals met teveel eerdere katers was gebeurd, hem te verliezen aan een auto-ongeluk.
De wijze les die de tragische en vroegtijdige dood van de laatste in de rij, Mauw Zedong, had geleerd was: katers moet je alleen buiten laten als het erf omheind is door de Muur van Lawaai.
Dat was nogal een afwijking van de eerdere gedachte (en ook wel de meest gangbare) dat je de katten juist vrij laat als het rustig is op straat.
Het werkt zo en is oersimpel:
Katten steken geen weg over met druk verkeer.
Als er geen verkeer is zal de kat de straat oversteken. Dan komt er verkeer, precies wanneer hij terug wil.
Als de drukte soms wegvalt dan moet de kat van tevoren bang gemaakt zijn in de momenten dat het wel druk is.
Die strategie werkte tot nu toe. Al was het moeilijk het geweeklaag te weerstaan als James buiten wilde in rustige momenten.
Maar ze hield vol. Nog een wezen verliezen was geen optie.
Comments
Post a Comment