Bij de aanvang wordt al verteld dat ze gecanoniseerd zou worden. Een basiliek is in haar
nagedachtenis gebouwd in het plaatsje. Dan
wordt haar levensverhaal uit de doeken gedaan,
vanaf de periode voor haar geboorte, wanneer
de getrouwde ouders uit vroomheid maandenlang geen seks hebben, wachtend tot
hun priester ze aanspoort om het huwelijk te consumeren. Kindertijd:
liefhebbend gezin, ze is de jongste. Moeder overlijdt toen ze 4 jaar oud
was. Thérèse transfert haar liefde op haar oudste zus Pauline, die, zo schreef
Thérèse later op, "haar tweede moeder werd". Helaas vertrekt Pauline
naar het klooster. En nog een zus en nog één. Vind je het gek dat die kleine
Thérèse dan denkt: ik wil ook naar dat klooster? Nee, dat wordt als een enorme
betuiging van devotie gezien. In het klooster is ze niets ongewoons. Ik denk
steeds meer: in godensnamen waarom was dat meisje zo verschrikkelijk bijzonder?
Wel munt ze uit in het geestig vertellen van verhalen uit haar jeugd. Tot
Pauline, op dat moment moeder-overste benoemd, haar opdracht geeft om een jaar
lang die verhalen op te schrijven. Een geniale zet, de eerste van vele. Thérèse
kwijt zich van haar taak en pent 400 pagina's neer, tjokvol
van de lieflijkste religieus-filosofische inzichten.
Al jong krijgt
zij tbc. Haar krachten nemen af, ze hoest bloed op, haar ingewanden sterven af.
Zij lijdt helse pijnen. Kan niet meer
geloven. Op haar sterfbed dan toch maar wel, want owee, je
leven voor niets te hebben geleefd en het vooruitzicht
op een zwart nix. Je zou haast
denken dat de verlokking van een heerlijke hemel en het weerzien met gestorven geliefden
zwaarder wegen dan de rede.
“Na mijn dood
zal ik rozen laten regenen” zegt ze en spoedig blaast Thérèse haar laatste
adem. Ze is 24
jaar jong.
Was dat allemaal een heiligverklaring waard? Denk je op dat punt van het verhaal aanbeland.
Maar toen
gebeurde het pas. Pauline (pardon moeder Agnes) laat de
memoires van zusje Thérèse drukken en verspreiden. De respons erop was zo bijzonder dat een
herdruk wordt besteld. Het is inmiddels La Grande Guerre. De jongelingen in de
loopgraven, sowieso gansch het volk, hunkeren naar hoop en troost. Een stroom
fanmail komt op gang, gelovers sturen verslag van de hulp die ze menen van La
Petite Thérèse te hebben ontvangen (waaronder het kind Edith Gassion later Piaf, dat dreigde
blind te worden), bezoekers komen van heinde en verre om haar graf te bezoeken.
Het kan ook niet anders dat dit allemaal ter ore komt van de hogere gelederen
van de Katholieke kerk. Ze zien de PR window of opportunity en springen
er gretig in. Thérèse wordt met spoed heilig verklaard. De ceremonie in het
Vaticaan, waarvoor de Sint Pietersbasiliek van top tot teen hel verlicht werd,
trekt een enorme menigte uit de hele wereld. Haar graf wordt geopend waarbij
een bloemenlucht wordt waargenomen, blijkbaar een gangbaar teken van zaligheid.
De botten worden in een glazen sarcofaag gedeponeerd, en beginnen aan een reis
door de planeet. Overal waar ze komen wordt de rouwwagen bestormd door
gelovigen.
Ik aarzelde om
mijn argwaan deel te maken aan het publiek. Want laten we wel wezen, daar is
eigenlijk helemaal niets mis met wat hier gebeurd is. Een vroom en
goedbedoelend meisje brengt geluk aan hele volkeren en geneest hen en passant
van hun kwalen. Placebo tot the max. Wie kan daar nou tegen zijn?
Links:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Theresia_van_Lisieux
https://www.imdb.com/title/tt12273646/
Comments
Post a Comment