Wij wonen in een enorm appartement, heel chic, in een modern flatgebouw met alle comfort. Opeens is er het feit dat we gaan verhuizen. De tegenoverburen bellen aan met een gezin dat we niet kennen. Het gezin (een man en vrouw ver in de 40 en een grote sterke zoon van ongeveer 17) lopen brutaal naar binnen en beginnen banners en vlaggetjes met de blauw-witte vlag van Israël erop op te hangen boven de deuren, op de muren etc. We roepen: "Hee! Doe dat niet!" en we halen de banners en vlaggetjes weg. Dan wordt duidelijk dat ze onze flat willen. Sterker nog, dat ze denken er al recht op te hebben. Met veel moeite duwen we ze de deur uit. De zoon wurmt zich los en hangt snel nog een grote banner in een woonkamer.
Ik loop naar de buren om ze te zeggen dat ik dat niet wil, en dan blijkt dat ze een kopie van onze sleutels aan die mensen hebben gegeven. Dan flip ik zo erg dat ik een aardappel in mijn mond krijg die mij het praten vermoeilijkt, en mijn benen doen het plots ook niet goed meer. Ik moet die sleutel terug hebben. Ik loop in de richting waar dat gezin naar toe is, einde van de gang. Ze floepen weg in de lift. Een ondraaglijk gevoel om te weten dat ze de sleutels hebben. Dan realiseer ik me dat het geen zin heeft om de sleutels te vragen, want ze kunnen inmiddels een nieuwe kopie hebben laten maken.
Ik word wakker en ik denk: zo moeten de Palestijnen zich voelen.
Comments
Post a Comment