Telepathie hoeft niet meer. Toen ik jong was werd je ermee doodgegooid: telepathie hier en telepathie daar, in boeken, in films, en in de conversaties van mensen. Zooo 20ste eeuw! Volkomen passé.
Nu hebben we het mobieltje. Razend op weg naar telepathische mogelijkheden. In afwachting van de geïmplanteerde chip kan de telepathiepionier alvast zelf zijn mobieltje onder zijn huid naaien. Gewoon een kwestie van een stanleymesje nemen, in de wodka doppen, een ondiepe snee van 3 cm maken, het mobieltje eronder wriemelen, en daarna dichtplakken met secondelijm. Een gaatje of twee open laten voor een beter geluid is geen slecht idee. Zolang de toetsen nog digitaal (in de letterlijke betekenis van het woord, met de vingers dus) geactiveerd worden, zal men de cijfers/letters op de huid moeten tatoeëren of hun positie uit het hoofd leren. Maar er wordt hard gewerkt aan een versie waarbij je alles kunt inspreken.
Nu de telefoontjes nog enig formaat hebben zul je een strategische plek moeten zoeken. Bij vrouwen in plaats van borstimplantaten bijvoorbeeld. Al zal het even wennen zijn om meiden in het openbaar konstant op hun boezem te zien trommelen. Voor de heren kunnen de apparaatjes in serie op de buikspieren aangebracht worden: de coolste versie van het sixpack.
Je ziet ze nu al volop op straat, de voor zich uit pratende mensen. Eerst dacht ik dat ze psychic waren, geconnecteerd met voor de rest van ons onhoorbare golflengtes. Maar nee. Ze waren gewoon aan het telefoneren. Als ze straks massaal mijn aanwijzingen volgen hoeven ze geen externe items meer mee te zeulen. Ze zullen ermee naar bed gaan en ermee opstaan, en verkeren in een blijmakende staat van eeuwige communicatie. Als kers op de taart zullen ze, als de moderne credit cards die ze geworden zijn, ongehinderd doorlopen bij de kassa, en hun parkeertarieven afrekenen zonder omweg naar de zuil.
Ook op Nurks verschenen.
Lees ook 1985.
.
Nu hebben we het mobieltje. Razend op weg naar telepathische mogelijkheden. In afwachting van de geïmplanteerde chip kan de telepathiepionier alvast zelf zijn mobieltje onder zijn huid naaien. Gewoon een kwestie van een stanleymesje nemen, in de wodka doppen, een ondiepe snee van 3 cm maken, het mobieltje eronder wriemelen, en daarna dichtplakken met secondelijm. Een gaatje of twee open laten voor een beter geluid is geen slecht idee. Zolang de toetsen nog digitaal (in de letterlijke betekenis van het woord, met de vingers dus) geactiveerd worden, zal men de cijfers/letters op de huid moeten tatoeëren of hun positie uit het hoofd leren. Maar er wordt hard gewerkt aan een versie waarbij je alles kunt inspreken.
Nu de telefoontjes nog enig formaat hebben zul je een strategische plek moeten zoeken. Bij vrouwen in plaats van borstimplantaten bijvoorbeeld. Al zal het even wennen zijn om meiden in het openbaar konstant op hun boezem te zien trommelen. Voor de heren kunnen de apparaatjes in serie op de buikspieren aangebracht worden: de coolste versie van het sixpack.
Je ziet ze nu al volop op straat, de voor zich uit pratende mensen. Eerst dacht ik dat ze psychic waren, geconnecteerd met voor de rest van ons onhoorbare golflengtes. Maar nee. Ze waren gewoon aan het telefoneren. Als ze straks massaal mijn aanwijzingen volgen hoeven ze geen externe items meer mee te zeulen. Ze zullen ermee naar bed gaan en ermee opstaan, en verkeren in een blijmakende staat van eeuwige communicatie. Als kers op de taart zullen ze, als de moderne credit cards die ze geworden zijn, ongehinderd doorlopen bij de kassa, en hun parkeertarieven afrekenen zonder omweg naar de zuil.
Ook op Nurks verschenen.
Lees ook 1985.
.